AANWIJZING
Let erop dat de kruiskloofbeitel goed over de kloofbeitel is geschoven en goed
d.m.v. van de stergreepknop is vastgezet.
WAARSCHUWING
Als de kruiskloofbeitel niet volledig op de kloofbeitel wordt geschoven, kan het
tijdens gebruik naar voren schuiven en tot verwonding van de bediener van de
machine leiden. Verder kan het tot beschadiging van de machine leiden.
6.
INGEBRUIKNAME
Voor ingebruikname moeten alle beschermkappen en veiligheid hulpstukken
correct gemonteerd zijn.
Controleer altijd voor u begint met werken:
• De olieleidingen en kabels op defecten (scheuren, breuk of andere schade);
• of alle schroeven, bouten en moeren, hydraulische koppelingen evenals
slangklemmen goed vast zitten;
• het hydraulische systeem op lekkage;
• of de oliestand correct is;
• of de bedieningshendels vrij bewogen kunnen worden;
• of de kloofbeitel vrij van boven naar beneden kan bewegen, door beide
bedieninghendels met beide handen gelijktijdig naar beneden te drukken en
daarna los te laten;
• de elektrische onderdelen, deze moeten volkomen droog zijn;
• of de aansluitkabel voor de machine geschikt is;
• de al gekloofde houtstukken. Er mogen zich geen vreemde voorwerpen in
bevinden.
Transportvergrendeling (Afbeelding 8)
Ontlucht voor elke ingebruikname het hydraulische systeem (afbeelding 8)
De transportvergrendeling (20) moet voor elke ingebruikname door de
ontluchtingsschroef
Laat
de
lucht
transportvergrendeling (20) door de ontluchtingsschroef met oliepeilstok (19)
vervangt. Monteer de transportvergrendeling (20) pas weer als u klaar bent met
de kloofwerkzaamheden om onnodig olieverlies tijdens transport te voorkomen.
1
met oliepeilstok (19) worden vervangen.
uit
het
hydraulische
systeem
wanneer
u
de
de