• •
Kies met het instelwiel het eerste gedeelte van de code (mogelijk is een instelling van
"000" tot "099") en bevestig deze code door het kort indrukken van de toets "PROG".
Het volgende verschijnt op het display:
• •
Kies met het instelwiel het tweede gedeelte van de code (mogelijk is een instelling van
"000" tot "099") en bevestig deze code door het kort indrukken van de toets "PROG".
Het volgende verschijnt op het display:
Vervolgens moet het synchroniseren van de (eerste) ventielaandrijving ("001" op het
display) met de nieuwe veiligheidscode uitgevoerd worden.
• •
Verwijder het batterijvakdeksel van de (eerste) ventielaandrijving, schuif het deksel naar
onderen toe uit.
• •
Druk gedurende ca. 3 seconden op de toets van de ventielaandrijving tot er 3 geluids-
signalen te horen zijn. De ventielaandrijving is nu klaar voor ontvangst, op het display
staat "AC".
• •
Door het indrukken van de "PROG"-toets aan de verwarmingsregelaar "FHT8b" start u
de overdracht van de veiligheidscode naar de ventielaandrijving.
• •
De ventielaandrijving bevestigt een correcte codeontvangst met een reeks tonen.
• •
Plaats het deksel weer op het batterijvak van de ventielaandrijving.
• •
De eerste ontvangst van het gebruikelijke radiografische signaal door de ventiel-
aandrijving wordt met een geluidssignaal bevestigd.
Deze stappen herhaalt u nu voor alle andere in de kamer aanwezige ventiel-
aandrijvingen ("002", "003"... op het display).
Na de codering van de laatste ventielaandrijving gaat de verwarmingsregelaar
automatisch in de normale bedrijfsmodus.
Als de verwarmingsregelaar meerdere ventielaandrijvingen bestuurt en er dus meerdere
verwarmingen in een kamer aanwezig zijn, dan moet u beslist noteren welke ventielaan-
drijving bij welke verwarming hoort, d.w.z. welk nummer hij heeft.
Mislukt het coderen bij een ventielaandrijving (bv. door slechte ontvangst, lege batterij e.d.),
dan kan de veiligheidscode achteraf opnieuw aan de ventielaandrijving toegewezen worden.
Afbeelding 27
Afbeelding 28
86