Een temperatuurverschil wordt als volgt geprogrammeerd:
Ondertemperatuur-programmering voor de FHZ1000 zelf
•
Druk zo lang op de toets "PROG" tot "SOND" op het display verschijnt.
•
Selecteer met de draaiknop de speciale functie "t-AL".
•
Bevestig dit met de PROG-toets.
•
Stel met de draaiknop het gewenste temperatuurverschil in.
•
Bevestig dit met de PROG-toets.
•
Aansluiten gaat de FHZ1000 terug in de normale bedrijfsmode.
Ondertemperatuur-programmering voor de kamerregelaars
•
Druk eenmaal kort op de toets "
•
U kunt met de draaiknop in een lijst met alle aanwezige kamerregelaars bladeren.
Selecteer de ruimte voor welke een minimale temperatuur geprogrammeerd moet
worden.
•
Druk eenmaal kort op de toets "
•
Druk en houdt de toets "PROG" zo lang vast tot "Sond" in de weergave verschijnt. Laat
dan de toets weer los.
•
Selecteer met de draaiknop de speciale functie "t-AL".
•
Bevestig dit met de PROG-toets.
•
Stel met de draaiknop het gewenste temperatuurverschil in.
•
Bevestig dit met de PROG-toets.
•
Druk twee keer op de toets "
7.
Interne speciale functies
Het menu "interne speciale functies" bevat de navolgende functies.
Voor het oproepen van het menu voor de speciale functies drukt u zo lang op de
toets "PROG" tot "Sond" op het display verschijnt, laat dan de toets weer los.
U kunt het menu uitsluitend dan oproepen wanneer de centrale zich in de normale
bedrijfsmode bevindt.
Navolgende speciale functies zijn aanwezig:
Instelling van het tijdstip voor de ontkalkingsprocedure
Kiezen van de temperatuureenheid ( C of F)
Instelling van de datum en de kloktijd
De veiligheidscode wijzigen voor de radiografische overdracht resp. voor het coderen
van nieuwe ventielaandrijvingen.
Vastleggen van het aantal ventielen welke de regelaar moet sturen resp. het systeem
uitbreiden.
Synchroniseren van de ventielaandrijvingen
Testfunctie voor de radiografische overdracht
Weergeven van de ventielposities
Basisinstelling voor de radiografische verbinding naar de centrale
Offsetinstelling (deze optie verschijnt wanneer meer dan een ventielaandrijving aan-
gestuurd wordt).
Programmering van de minimale temperatuur voor het ondertemperatuur-alarm.
".
A
".
A
" om terug te keren in de normale bedrijfsmode.
B
47