Inhoudsopgave
Advertenties
f)
Ventielaandrijving synchroniseren "SynC"
Na het selecteren van dit menupunt, zal de centrale ca. 2 minuten lang naar alle ventielaan-
drijvingen een signaal sturen, zodat deze zich opnieuw moeten synchroniseren. Daarna
wordt het normale zendprogramma hervat en de ventielaandrijvingen laten een signaaltoon
horen nadat het eerste synchrone signaal ontvangen is.
•
Druk en houdt de toets "PROG" zo lang vast tot "Sond" in de weergave verschijnt. Laat
dan de toets weer los.
•
Selecteer met de draaiknop de speciale functie "SynC".
•
Bevestig dit door kort op de PROG-toets te drukken.
Aansluitend toont het display "Sync" en "120".
De centrale gaat nu in stappen van 1 seconde aftellen en na 120 seconden gaat deze weer
terug in de normale bedrijfsmode.
g)
Testfunctie "tESt"
Met de functie "tESt" kan gecontroleerd worden of alle ventielaandrijvingen het zendsignaal
juist ontvangen.
De geactiveerde ventielaandrijvingen signaleren een correcte ontvangst door een signaal-
toon. Met de draaiknop kunnen de ventielaandrijvingen geselecteerd worden die aangespro-
ken zullen worden.
Bij "0" op de grote weergave worden alle ontvangers geactiveerd, bij alle andere cijfers wordt
alleen de ventielaandrijving aangesproken die het overeenkomstige cijfer toegewezen kreeg
(nummer van de radiator). De timer linksboven in de weergave telt af tot het volgende zend-
tijdstip.
•
Druk en houdt de toets "PROG" zo lang vast tot "Sond" in de weergave verschijnt. Laat
dan de toets weer los.
•
Selecteer met de draaiknop de speciale functie "tESt"
•
Bevestig dit door kort op de PROG-toets te drukken.
•
Kies via de draaiknop de ventielaandrijving welke getest moet worden.
•
Kort op de toets "PROG" drukken beëindigd de testfunctie.
h)
De ventielpositie weergeven "StEL"
Met dit menupunt kan op het display afgelezen worden hoeveel procent het ventiel circa ge-
opend is.
•
Druk en houdt de toets "PROG" zo lang vast tot "Sond" in de weergave verschijnt. Laat
dan de toets weer los.
•
Selecteer met de draaiknop de speciale functie "StEL"
•
Bevestig dit door kort op de PROG-toets te drukken.
•
De weergave toont de ventielopening in procent.
•
Door kort op de toets "PROG" drukken wordt deze functie beëindigd.
i)
Offset voor de ventielaandrijvingen instellen "OFFS"
Als er meerdere radiatoren door een regelaar gestuurd worden kan het gebeuren dat deze
onregelmatig verwarmen.
De oorzaak hiervoor ligt aan een sterk van elkaar afwijkende doorstroming van de
ventielen resp. slecht gedimensioneerde radiatoren. Het probleem kan eventueel
verholpen worden door enkele radiatoren meer (positieve Offset) resp. minder
(negatieve Offset) te verwarmen.
51
Advertenties
Inhoudsopgave
