93
ALMAC s.r.l.
PAGINA
4.2.4 Bedieningselementen voor verplaatsing
Voor de verplaatsing van de hoogwerker worden 2 joysticks op het bedieningspaneel
gebruikt. (zie onderstaande foto).
Elke hendel bestuurt de overeenkomstige rupsband (hendel rechts
rupsband rechts,
→
hendel links
rupsband links).
→
Door de hendel vooruit te verplaatsen wordt de hoogwerker vooruit verplaatst. Door de
hendel achteruit te verplaatsen wordt de hoogwerker achteruit verplaatst.
Afhankelijk van de gewenste verplaatsing kan één rupsband per keer worden bediend.
De verplaatsing wordt verricht op de toegelaten maximale veiligheidssnelheden
beschreven in de van kracht zijnde technische norm (punt 5.3.1.11, UNI EN280:2015).
Op de hoogwerker is een rupswagen gemonteerd moet reductiemotoren met twee
snelheden, uitgerust met negatieve rem. Derhalve blijft de wagen geblokkeerd wanneer
de voor- of achteruitverplaatsing onderbroken wordt
Gebruik de hendels volgens de aanwijzingen van de volgende afbeeldingen om de
hoogwerker te laten draaien.
Rotatie naar rechts