Samenvatting van Inhoud voor ALMACRAWLER BIBI 870-BL
Pagina 1
HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD Lees deze handleiding voor gebruik en onderhoud aandachtig alvorens de machine te gebruiken Datum Bedrijf Uitgave 24-1-2023 ALMAC 16-9-2023 ALMAC...
Inhoudsopgave H. 1 Algemene informatie Geleverde documentatie Gegevens van de handleiding 1.2.1 Ontvangers Informatie-eigenschappen Identificatiegegevens van de fabrikant Identificatiegegevens van de hoogwerker Prestaties EG-verklaring van overeenstemming Garantie 1.8.1 Ingrepen tijdens onderhoudsperiode aanvragen Assistentie 1.9.1 Assistentie en reparatie aanvragen 1.10 De handleiding gebruiken 1.11 Eigenlijk en oneigenlijk gebruik 1.11.1 Eigenlijk gebruik...
Pagina 3
H. 3 Machinebeschrijving Constructie van de apparatuur 3.1.1 Onderdelen van de hoofdapparatuur Bedieningsstations 3.2.1 Mobiel bedieningspaneel met kabel 3.2.2 LED-knopweergave 3.2.3 Grondbediening met mobiel bedieningspaneel 3.2.4 Bedieningen aan de grond Opbergruimte voor documenten en voorwerpen Veiligheidsvoorzieningen 3.4.1 Controleinrichting van de helling van het hoofdframe 3.4.2 Controleinrichting van de hoogte van het werkplatform 3.4.3 Begrenzer van de last 3.4.4 Hydraulische drukbegrenzer...
Pagina 4
4.4.2 Noodstop H. 5 Noodprocedures Handbediende nooddaling Noodtransport van de machine Noodbeweging van hydraulisch blok Handmatige noodopstijging H. 6 Onderhoud Algemeen onderhoud Controle aandraaimoment schroeven, bouten, moeren van de pennen Visuele controle en verificatie van de constructie Vervorming van slangen en kabels Smering scharnierpunten en leisloffen Visuele peilcontrole hydraulische tank Verversing olie hydraulische tank...
Gegevens van de handleiding • Handleiding Hoogwerker • Model: BIBI 870-BL Opmerking: Het is mogelijk dat bepaalde afbeeldingen niet specifiek verwijzen naar de uitrusting van de klant. Desondanks geven ze de informatie die nodig is voor het doel waarvoor ze in de handleiding zijn opgenomen.
Informatie-eigenschappen Voor de informatie van deze handleiding geldt een eigendomsvoorbehoud. Alle rechten voorbehouden. Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van ALMAC S.p.A mag deze handleiding niet geheel of gedeeltelijk gereproduceerd worden. Dit document mag alleen gebruikt worden door de klant aan wie de handleiding samen met de apparatuur wordt geleverd, en alleen voor het gebruik en het onderhoud van de apparatuur waarop de handleiding betrekking heeft.
Identificatiegegevens van de hoogwerker De machine BIBI 870-BL wordt volgens de van kracht zijnde technische normen (vgl. EN UNI EN 280:2015) omschreven als een: ➢ Mobiele hoogwerker groep B, type 3 (punt 1.4-EN 280) Waarin: Alle soorten mobiele hoogwerkers die niet vallen onder de “Groep-A” (Mobiele...
Prestaties Hieronder worden de mogelijke configuraties beschreven die de MEWP kan aannemen tijdens de werkzaamheden en het transport. Alleen demonteren in speciale gevallen voor transport. Moet vóór de ingebruikname van de machine weer geconfigureerd worden volgens het...
Pagina 11
goedgekeurde schema, volgens de instructies van de fabrikant en door bekwaam en bevoegd personeel.
Specificaties iGX-390 HATZ 1B40-T motor 48 kg Drooggewicht 31.7 kg 4-takt, luchtkleppen, 4-takt, eencilinder met Motortype eencilinder met automatisch handmatige versnelling gaspedaal 462 cm³ Cilinderinhoud 389 cm 7.5 kW @ 3600 rpm Netto vermogen 8.7 kW @ 3600 rpm 25 Nm @ 2500 rpm Netto koppel 26,5 Nm @ 2500 rpm Hoeveelheid...
Pagina 15
Maximaal toelaatbare transporthoogte (de handmatige nivellering en de regeling van de verplaatsingssnelheid is toegestaan) MAXIMALE WERKHOOGTE MET TOEGESTANE MAXIMALE WERKHOOGTE MET TOEGESTANE VERPLAATSING MAAR MET BEPERKTE VERPLAATSING EN NIET-BEPERKTE BREEDTE BREEDTE WAGEN WAGEN...
CE-conformiteitsverklaring Zie het facsimile van de CE-conformiteitsverklaring in de bijlage. De machine beschreven in deze handleiding voldoet aan de volgende normen: ▪ Richtlijn 2006/42/EG – Machinerichtlijn, wijziging van de richtlijn 95/16/EG ▪ Italiaans wetsbesluit 17/2010 – Tenuitvoerlegging van de machinerichtlijn 2006/42/EG ▪...
Assistentie Voor het optimale gebruik van de machine en het buitengewone onderhoud komt deze handleiding nooit in de plaats van de ervaring van de assistentie die door ALMAC S.p.A. wordt gezonden. (zie tevens Hoofdstuk 6 Onderhoud). 1.9.1 Assistentie en reparatie aanvragen Voor het aanvragen van de gespecialiseerde servicedienst van ALMAC S.p.A.
1.11 Eigenlijk en oneigenlijk gebruik 1.11.1 Eigenlijk gebruik De in deze handleiding beschreven machine is een zelfrijdende hoogwerker die bestemd is voor het opheffen van personeel en gereedschap boven de grond voor: • onderhoud, ook aan bodem • de installatie van installaties en uitrustingen •...
ALLE LADINGEN moeten binnen het platform zijn aangebracht. HIJS OP GEEN ENKELE WIJZE LADINGEN OP DIE HANGEN AAN HET PLATFORM of de ondersteunende structuur. BAKEN HET WERKGEBIED af met behulp van passende middelen (bijv. kettingen en paaltjes) als de machine gebruikt wordt in openbare ruimtes of op bouwplaatsen waar ander personeel aanwezig kan zijn.
Bekendmaking inbedrijfstelling en periodieke verificaties De apparatuur beschreven in de bijlage VII van het Italiaanse wetsbesluit 81/2008 en latere wijzigingen moeten GEREGISTREERD en REGELMATIG GECONTROLEERD worden door ARBO- en gezondheidsinstanties en andere openbare en particuliere instanties die werkzaam zijn op het gebied van de identificatie van de criteria van het Italiaanse ministeriële besluit 11-04-2011.
Pagina 22
Uittreksel uit de Italiaanse wetten die momenteel van kracht zijn: Overeenkomst tussen de staat en de regio's van 22 februari 2012, gepubliceerd op 12 maart in het Staatsblad Mobiele hoogwerkers Mobiele machine ontworpen om personen naar hun werkplekken te verplaatsen, waarin ze hun taken vanaf het werkplatform uitvoeren;...
Signaleringen Op de apparatuur zijn de volgende borden aangebracht: • Typeplaatjes (zie par. 1.5) • Aanwijzingen • Geboden/Verboden • Opgelet • Gevaar 2.3.1 Borden...
Pagina 24
E' VIETATO ALL'OPERATORE SPOSTARSI FRA LA NAVICELLA E UNA STRUTTURA ESTERNA ALLA MACCHINA, SI POTREBBERO SUPERARE LE CONDIZIONI DI STABILITA' DELLA MACCHINA. IL PERSONALE E LE ATTREZZATURE DEVONO ENTRARE E USCIRE DALLA NAVICELLA SOLTANTO CON FORBICI RICOVERATE E NAVICELLA RETRATTA. A MACCHINA SOLLEVATA, NON ENTRARE NELLO SPAZIO SOTTOSTANTE A MENO CHE IL...
Pagina 25
Maximale helling van de grond - Frontale bodemhelling - De maximale frontale bodemhelling om veilig te blijven is 25°. Er geen elektronische controle aanwezig voor deze situatie die aan het oordeel van de operator wordt overgelaten; - Zijdelingse bodemhelling - De maximale zijdelingse bodemhelling, waarbij het frame zo vlak mogelijk mag zijn om veilig te blijven, is 25°.
Pagina 27
2.3.2 Gebods-, verbods-, waarschuwingsborden, typeplaatjes en informatieborden. E' VIETATO ALL'OPERATORE SPOSTARSI FRA LA NAVICELLA E UNA STRUTTURA ESTERNA ALLA MACCHINA, SI POTREBBERO SUPERARE LE CONDIZIONI DI STABILITA' DELLA MACCHINA. IL PERSONALE E LE ATTREZZATURE DEVONO ENTRARE E USCIRE DALLA NAVICELLA SOLTANTO CON FORBICI RICOVERATE E NAVICELLA RETRATTA.
Pagina 28
Opmerking: De borden op de machine ondersteunen de bediener en/of geven eventuele risico's aan waar de bediener tijdens het gebruik van de machine aan wordt blootgesteld. De borden vervangen in geen enkel geval deze handleiding. Dit is het enige document dat alle informatie bevat. Leef de aanwijzingen van de borden na.
2.3.3 Betekenis van de symbolen en signaleringen Opgelet/Gevaar. Dit symbool geeft aan dat opgelet moet worden of dat een gevaar heerst voor schade aan de machine en/of letsel aan het bediener of blootgestelde personen als het niet wordt nageleefd. Opgelet. Dit symbool geeft aan dat warme onderdelen aanwezig zijn die brandwonden kunnen veroorzaken.
Bepalingen en verboden • Lees deze handleiding aandachtig door alvorens de machine te starten, te gebruiken, de onderhouden of er andere ingrepen aan te verrichten. • Het is belangrijk dat de hoogwerker altijd in perfecte staat wordt gehouden volgens het onderhoud beschreven in Hoofdstuk 6 Onderhoud.
Transport en laden Licht u in over de maximale afmetingen van eventuele vervoersmiddelen om de machine naar de werkplek te vervoeren (zie par.1.6-Prestaties). De machine op het vervoersmiddel kan als volgt worden verplaatst: 1) Met de specifieke oprijplaten en bedieningen van de hoogwerker: als de hoogwerker volledig OMLAAG is bewogen hellingen de gebruiker de machine verplaatsen volgens de aanwijzingen van PAR.
Pagina 32
3) Door het platform op te heffen met een CE-gecertificeerde juk (niet meegeleverd), met een verticale afstand tussen de haak en de kettingen van 350mm, en met haken en staalkabels bevestigd aan de specifieke gaten die met borden zijn aangegeven (zie de onderstaande foto). De gebruikte kabels moeten een veiligheidscoëfficiënt van 5 hebben.
Opmerking: Veranker de machine als ze op het vervoersmiddel is aangebracht met behulp van de openingen ook voor het ophijsen zijn gebruikt Opmerking: Verzeker u ervan dat het platform VOLLEDIG OMLAAG is bewogen alvorens het transport te verrichten. Controles voor aanvang van werkzaamheden •...
• Verifieer of in de ondergrond geen gaten of oneffenheden aanwezig zijn en let goed op de afmetingen van de machine. • Controleer of rondom de machine geen personen of obstakels aanwezig zijn alvorens de machine te verplaatsen • Controleer aandachtig of rondom en onder de motor geen olie of benzine is gelekt. Raadpleeg het deel ONDERHOUD als dit echter wel het geval is.
Pagina 35
• Rijd niet langs de rand van een helling of op een oneffen bodem met één rupsband horizontaal en de andere rupsband gedeeltelijk opgeheven (>10°). Om beschadiging van de rupsbanden te voorkomen, MOETEN DE GELEIDERS BIJ HET RIJDEN ALTIJD OP HETZELFDE VLAK STEUNEN.
Pagina 36
• Voorkom gladde, glibberige en/of met zand bevuilde oppervlakken: tijdens de nivellering kan het gevaar voor uitglijden of kantelen bestaan. GEEN IJS! GEEN ZAND! GEEN STOF OF GLADDE OPPERVLAKKEN! Waarschuwing: let tijdens de verplaatsing met ELEKTRISCHE VOEDING goed op de kabel om gevaarlijk pletten van het personeel op de grond te voorkomen!
Opmerking: De hoogwerker is voorzien van een "afknelbescherming" (zie punt 5.4.4. EN 280) die tijdens de beweging omlaag van de hoogwerker ingrijpt en deze tijdelijk blokkeert, zodat de gebruiker controleren dat in de buurt van de machine geen personen aanwezig zijn. Voorzorgsmaatregelen bij het beëindigen of onderbreken van de werkzaamheden •...
Pagina 38
Alle handelingen voor ONDERHOUD moeten worden uitgevoerd met de inachtneming van de van kracht zijnde regelgeving inzake veiligheid en milieubescherming. DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONGEVALLEN OF DEFECTEN WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE WAARSCHUWINGEN EN DE VEILIGHEIDSNORMEN. • Verricht het onderhoud uitsluitend na op de noodstop drukknop te hebben gedrukt en de motor te hebben uitgeschakeld.
Bedieningselement Plaats de klembeugel in en op de begane lijn met de pen De bovenstaande afbeelding toont de wijze waarop het vergrendelmechanisme van de uitschuifbare structuur tijdens onderhoud moet zijn aangebracht. Door middel "grondbedieningselementen" (zie par.4.4 Gebruik van grondbedieningselementen) is het mogelijk om de shuttle op tetillen totdat het mogelijk is om de vergrendelingsbeugel in een verticale positie te plaatsen en uitgelijnd met de onderstaande pen.
Pagina 40
Eenmaal in de shuttle, haak de connector aan een van de bevestigingspunten op de vloer in het voorste gedeelte van het platform en aangegeven met een speciaal symbool. Pas vervolgens de lengte van het koord aan, zo kort mogelijk om ervoor te zorgen dat de operator binnen de gondel blijft. Bevestigingspunten voor mand Waarschuwing: Deze inrichting is niet bedoeld als een valbeveiliging maar om de val te voorkomen.
Pagina 43
Structuur van de apparatuur In dit deel worden de belangrijkste elementen van de apparatuur en hun functie beschreven. 1 - 20 21 / 22- 26 Aanzicht 16 - 23 8 - 12 9 - 11...
Pagina 46
3.1.1 Belangrijkste onderdelen van de apparatuur 1 – Bedieningspaneel en handgreep 2 – Openingsmechanisme 3 – Documenten en voorwerpen opbergruimte...
Pagina 48
Ook de metalen houder kan verwijderd worden door de knop op de achterkant los te draaien. Opgelet: In het geval van transport van de hoogwerker op vervoersmiddelen, moet de drager altijd door middel van de draaiknop bevestigd worden. Het bedieningspaneel kan bovendien worden losgekoppeld van de spiraalkabel door de met (A) aangegeven ringmoer los te draaien.
Pagina 49
Opgelet: Handel niet op de ringmoer (B) omdat dan de draden in de connector beschadigd raken. Opgelet: Voor alle handelingen waarvoor de korf tot voorbij de transporthoogte geheven moet worden, is het verplicht dat het bedieningspaneel en de operator zich op het platform bevinden. Identificatie Functie en Status Beschrijving functie...
Identificatie Functie en Status Beschrijving functie gloeibougies van de verbrandingsmotor geactiveerd (EVO-versie); Paddenstoelvor NOODSTOPKNOP mige knop KNOP SELECTEREN VOEDING Standaard inschakeling van het platform MAIN ENGINE primaire voeding (endotherm/accu) Standaard werking met endotherme motor. Druk een keer op de knop (4), de stroomgenerator (indien aanwezig) wordt geactiveerd voor spanning van 220V/110V in OUT 110/220V...
Pagina 51
Identificatie Functie en Status Beschrijving functie KEUZESCHAKELAAR RIJSNELHEID DYNAMIC Dynamische nivellering ingeschakeld LEVELING ON / tijdens rijbediening; Keuzeschakelaar HAAS Hoog toerental van de motor. DYNAMIC Dynamische nivellering uitgeschakeld LEVELING OFF / tijdens rijbediening; SCHILDPAD Laag toerental van de motor. Rijbediening Joystick LINKS Bediening voor rijden linker rupsband.
Pagina 52
BI-ENERGY-VERSIE EVO-VERSIE BL-VERSIE ELC-VERSIE Identificatie Functie en Status Beschrijving functie Vast brandende groene led: Machine ingeschakeld en bedieningen beschikbaar; Knipperende groene led: Machine OK WORK ingeschakeld, bedieningen niet beschikbaar; Led uit: Machine in opstartfase of fout gedetecteerd. Vast brandende groene led: Wanneer het dodemanspedaal is ingedrukt zijn alle bedieningen van het bedieningspaneel beschikbaar;...
Pagina 53
Identificatie Functie en Status Beschrijving functie pedaal los en druk opnieuw in om de bediening te hervatten. Vast brandende groene led: Rijden met de machine in de transportconfiguratie; Knipperende groene led: De machine TOESTEMMING is buiten de transportomstandigheden, RIJDEN maar de rijbediening met verminderde snelheid is ingeschakeld;...
Pagina 54
Identificatie Functie en Status Beschrijving functie chassis groter dan 1°, alleen het dalen van de motorgondel is toegestaan. Vast brandende rode led: Limiet OVERBELADIN overbelasting overschreden; G IN KORF Led uit: Belasting lager dan de maximale limiet. Vast brandende groene led: Secundaire voeding van het platform SECUNDAIRE 220V/110V ingeschakeld (indien...
Pagina 55
Led uit Vast brandende TYPE FOUT CODE LAMPJES FOUTEN Geen signaal van de console Redundantiefout hoeksensor schaar Geen signaal hoeksensor 1 van de schaar Geen signaal hoeksensor 2 van de schaar Redundantiefout hoeksensor chassis Geen signaal hoeksensor 1 van het chassis Geen signaal hoeksensor 2 van het...
Pagina 56
Geen signaal hoeksensor 2 van de linkerdrijfstang Spanning startaccu lager dan 9V Spanning startaccu hoger dan 16V Interne fout EPROM- geheugen Communicatiefout CAN-netwerk BMS niet gedetecteerd 100 Alarm overbelasting Lage druk motorolie Hoge watertemperatuur Stijging platform gedetecteerd zonder selectie commando Kortsluiting contactor Kortsluiting contactor Alarm contactoren niet...
Opgelet: Fouten worden weergegeven in volgorde van gevaar; indien er twee fouten optreden, wordt de ernstigste weergegeven. 3.2.2 Besturing vanaf de grond met afstandbediening Met de afstandsbediening kan de normale besturing van het werkplatform worden uitgevoerd. Ook kan de afstandbediening tijdelijk worden weggenomen om hem te gebruiken voor het gebruik van de machine vanaf de grond.
De bedieningen aan de grond worden tegen de onbevoegde inschakeling beschermd met behulp van een sleutel voor de inschakeling van de keuzeschakelaar met 3 standen. Opgelet: De sleutel moet altijd beschikbaar zijn voor de met het herstel belaste persoon of de operator die de handelingen op de grond uitvoert.
Identificatie Functie en Status Beschrijving functie Plaats de keuzeschakelaar in de stand ON om de motor te starten Plaats de keuzeschakelaar in de stand OFF om de motor te stoppen Paddenstoelvormige NOODSTOPKNOP knop INSCHAKELING / UITSCHAKELING MACHINE SELECTIE BEDIENINGSPLAATS Stand CENTRAAL Uitgeschakelde machine Stand LINKS Selectie van de bediening vanaf de...
In de opbergruimte kunnen ook andere persoonlijke voorwerpen worden opgeborgen, mits het volume dit toestaat. Veiligheidsvoorzieningen Opgelet: Controleer altijd of de veiligheidsinrichtingen correct functioneren. Tijdens de werkzaamheden moet de gebruiker elk mogelijk gevaar kunnen beoordelen, herkennen en vermijden. De verantwoordelijken dienen onmiddellijk te worden ingelicht over eventuele storingen aan de veiligheidsinrichtingen zodat de juiste handelingen kunnen worden verricht en de originele veiligheidsvoorwaarden en de betrouwbaarheid kunnen worden hersteld De hoogwerker is voorzien van een volledige reeks veiligheidsinrichtingen.
De inrichting wordt bestuurd door een moderne elektronische regeleenheid die, samen met de regelinrichtingen van de wielbreedte (dwarshellingsmeters op de drijfstangen), de stijging van de mand blokkeert wanneer de toelaatbare maximale inclinaties worden overschreden en instabiele standen worden bereikt. Wanneer de maximale hellingswaarde wordt bereikt, wordt een geluidssignaal afgegeven en gaat het desbetreffende lampje op het bedieningspaneel branden.
3.4.3 Begrenzer van de last De machine is uitgerust met een mand die, eenmaal uitgeschoven, een oppervlakte heeft van meer dan 1 m². Om deze reden zijn op de cilinder twee drukomzetters geïnstalleerd die de stijging vanaf de transportconfiguratie belemmeren wanneer de last de nominale waarde met 20% overschrijdt. Wanneer er op deze hoogte of hoger een overbelasting wordt waargenomen, is het niet mogelijk het werkplatform verder de heffen.
GEVAAR: - HET PLATFORM NOOIT VOORBIJ DE DOOR DE FABRIKANT BEPAALDE GRENSWAARDE BELASTEN. - HET IS VOOR DE OPERATOR VERBODEN ZICH TE VERPLAATSEN TUSSEN DE MAND EN EEN AAN DE MACHINE EXTERNE STRUCTUUR OMDAT DE VOORWAARDEN VOOR STABILITEIT VAN DE MACHINE OVERSCHREDEN ZOUDEN KUNNEN WORDEN. 3.4.4 Hydraulische drukbegrenzers De hydraulische installatie van de hoogwerker is voorzien van specifieke overdrukventielen (1) die...
Het hydraulische blok bevat tevens een overdrukventiel voor het hefcircuit (2). Dit is een extra beveiliging naast de voorziene overbelasting controle-inrichting die de instabiliteit en dus het gevaar voor het omkantelen van de machine voorkomt. Waarschuwing: door de wijziging van de overdrukventielen zonder toestemming van ALMAC S.p.A vervalt de garantie.
Pagina 65
Voor toegang tot deze inrichting dient u de specifieke knoppen (3) op de afscherming los te draaien en het deksel te verwijderen. Hermonteer het deksel aan het einde van de handelingen en draai de knoppen weer goed vast. Op dezelfde plaats is de accuschakelaar (2) aangebracht. Deze koppelt de 12V-voeding afkomstig van de accu af en voedt de verschillende groepen.
3.4.6 Veiligheidsinrichtingen in het geval van een hydraulisch defect In het geval van een defect aan de hydraulische leiding die de hefcilinder van het platform voedt, is de hydraulische installatie van het hefcircuit voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen (vgl. Punt 5.10.2 UNI EN280:2015): •...
Pagina 68
Om de machine na een voorval te kunnen herstellen: 1. moeten de beschadigde leidingen en/of hydraulische aansluitingen worden gerepareerd 2. moet de hydraulische installatie gevuld en ontlucht worden 3. moet het platform tot de maximale hoogte geheven worden In het geval van een defect van één van de hydraulische leidingen voor de voeding van de nivelleercilinders van de rupswagen, met een daaruit voortvloeiende plotselinge variatie van de wielbreedte en de hellingsgraad, voorkomen speciale BLOKKEERKLEPPEN de onverwachte beweging van de wagen (zie punt 5.10.2 EN280).
Voorbereidende werkzaamheden 4.1.1 Bodemgeschiktheid voor de toelaatbare helling De bodem is geschikt als de hoogwerker niet kan wegglijden als het voor de werkzaamheden is neergezet. Twee factoren verhogen het gevaar op wegglijden: a) Hellingsgraad b) Slechte adhesie (of gladheid) wegens een laag wrijvingscoëfficiënt De twee genoemde factoren dienen nauwgezet te worden beoordeeld.
Opmerking: Gebruik de hoogwerker niet als u twijfelt of de ondergrond geschikt is. 4.1.2 Wind Het is verboden de machine te gebruiken bij een windsnelheid hoger dan 12,5 m/s. Hieronder volgt een tabel waarin de gevolgen van de verschillende windsnelheden worden beschreven (schaal van Beaufort).
Gevaar: Gebruik de hoogwerker niet bij een windkracht 7 tot 12 op de schaal van Beaufort. Let goed op als de hoogwerker gebruikt wordt bij een windkracht van 4 tot 6 op de schaal van Beaufort. 4.1.3 Toegang tot het platform Klim op het platform als de hoogwerker volledig OMLAAG is bewogen.
Ontgrendeling shendel 4.1.4 Gondelverlenging De gondel is uitgerust met een geleid mechanisme waarmee het werkgebied verder kan worden uitgebreid om de verste onderdelen te bereiken. Het verlengen van de gondel vereist: 1. Druk op het ontgrendelingspedaal (A) 2. Duw het vliegtuig van de shuttle handmatig door het van de juiste borstweringen (B) te pakken tot voorbij de minimale voetafdruk.
Pagina 74
Waarschuwing: let bij het afdalen van werk op hoogte op de aanwezigheid van obstakels onder de gondel om kantelen te voorkomen!
4.1.5 Controle brandstofpeil Voordat de motor gestart wordt of er een ploegendienst gestart wordt, is het raadzaam het brandstofpeil te controleren. Voor de versies met motoren Honda en Hatz moet men de dop van de brandstoftank losdraaien en het niveau van de brandstof controleren; indien nodig bijtanken. MOTOR HONDA IGX390 VULDOP De motor type Honda iGX-390 is gecertificeerd voor een werking op loodvrije benzine met een...
Pagina 76
Gevaar: houd benzine buiten bereik van de lampjes van apparaten, huishoudelijke apparaten, ontstekings- en warmtebronnen. Gevaar: Naar buiten gestroomde brandstof vormt een gevaar voor brand en verontreinigt het milieu. Eventueel gelekte brandstof onmiddellijk opnemen. Raadpleeg voor meer informatie de meegeleverde handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor MOTOR HATZ 1B40 VULDOP...
Pagina 77
Het vullen van de brandstoftank mag alleen bij gestopte motor worden uitgevoerd. In de nabijheid van een warmtebron of vuur mag de tank nooit volledig gevuld worden. Ook is roken verboden. Gebruik uitsluitend niet-verontreinigde brandstof en schone jerrycans. De brandstof niet in het milieu verspreiden.
Pagina 78
De gebruikte diesel moet voldoen aan de minimale eisen van de volgende normen: EN590 of BS2869 A1/A2 of ASTM D 975-1D/2D. Wanneer de tank volledig leeg is, moet brandstof bijgetankt worden. De ontluchting vindt automatisch plaats.
Pagina 79
Gebruik bij buitentemperaturen onder 0°C winterdiesel of voeg olie toe aan de brandstof. Aanbevolen oliepercentage met Kamertemperatuur bij opstarten in °C Zomerbrandstof Winterbrandstof 0 tot -10 -10 tot -15 -15 tot -20 -20 tot -30 Raadpleeg voor meer informatie de meegeleverde handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor...
4.1.6 Controle peil motorolie MOTOR HONDA IGX390 Controleer, met de frequentie aangegeven in de algemene tabel, de motorolie volgens de volgende aanwijzingen: 1) controleer het oliepeil bij gestopte motor en op een vlakke ondergrond 2) verwijder de vuldop/peilstok en maak de peilstok schoon 3) steek peilstok in de vulopening, zonder de dop vast te draaien, en verwijder hem om het oliepeil te controleren.
Pagina 81
MOTOR HATZ 1B40 Voor de controle van het smeermiddel, de peilstok schoon maken, in de vulopening steken en weer verwijderen. Controleer het niveau op de peilstok en vul eventueel bij. Raadpleeg voor meer informatie de meegeleverde handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor...
4.1.7 Vouwen van de leuningen De hoogwerker is uitgerust met inklapbare borstweringen om het transport en de plaatsing op voertuigen te vereenvoudigen. Voor het inklappen moeten de op iedere borstwering geplaatste pennen volgens een vooraf bepaalde volgorde ontgrendeld worden. • Span de gondel volgens par.
• Het toegangshekje zoals in de afbeelding openen • Ontgrendel de bevestigingen van de rechterborstwering van de gondel • De borstwering zoals getoond in de afbeelding inklappen • Ontgrendel de bevestigingen van de linkerborstwering van de gondel • De borstwering zoals getoond in de afbeelding inklappen •...
3) Na het verwijderen van alle bevestigingen kan de borstwering ingeklapt worden volgens de aanwijzingen van de vorige pagina’s VOORDAT U OP HET PLATFORM KLIMT, IS HET ABSOLUUT VERPLICHT OM DE LEUNINGEN WEER RECHTOP TE ZETTEN EN TE BEVESTIGEN ZOALS ZE OORSPRONKELIJK WAREN Functionering van de machine 4.2.1 Functie sleutelschakelaar grondbedieningspaneel Om de voeding van de machine te starten, en dus de hydraulische pompen, moet er aan de startsleutel...
• (RECHTS): Het gehele elektrische systeem van de hoogwerker wordt in werking gesteld, met inbegrip van het afneembare bedieningspaneel op het werkplatform. De bedieningselementen op de grond worden uitgesloten. • (LINKS): De hele elektrische installatie van de hoogwerker wordt onder spanning gezet. De bedieningselementen op de grond worden geactiveerd en het bedieningspaneel op het platform wordt automatisch gedeactiveerd.
• Verplaats keuzeschakelaar (2) omlaag (OFF) en handhaaf deze stand max. 10 seconden; na het verstrijken van deze tijd wordt er een geluidssignaal afgegeven (deze handeling dient om, voorafgaand aan de start van de verbrandingsmotor, de bougies te activeren – EVO-versie); •...
Pagina 87
De kenmerken van het elektrische voedingsnet moeten vergeleken worden met de kenmerken van de geïnstalleerde elektrische motor. Kenmerken van het elektrische voedingsnet: • Spanning: 230 v ± 10% • Frequentie: 50 Hz • Functionerende aarding en klaar voor de aardlekschakelaar •...
4.2.4 Overdrachtcommando’s Voor de verplaatsing van de hoogwerker worden 2 joysticks op het bedieningspaneel gebruikt. (zie onderstaande foto). Elke joystick bedient één rupsband (hendel rechts→rupsband rechts, hendel links→rupsband links). Door de hendel vooruit te verplaatsen wordt de hoogwerker vooruit verplaatst. Door de hendel achteruit te verplaatsen wordt de hoogwerker achteruit verplaatst.
Pagina 89
Rotatie naar links Rotatie rechtsom om zich zelf (contra- rotatie) Rotatie linksom om zich zelf (contra-rotatie) De verplaatsing wordt geactiveerd of gedeactiveerd op basis van de status van het waarschuwingslampje voor de toestemming voor de verplaatsing op het bedieningspaneel dat de volgende informatie verstrekt: •...
Pagina 90
• Uit: verplaatsing niet toegestaan OPGELET: Stuur bij het omhoog rijden op een helling nooit van de vlakte naar de helling toe. Verricht de manoeuvre geleidelijk aan als dit toch nodig is. Het is verboden op de rupsbanden te klimmen om niet-toegestane handelingen te verrichten of om de bedieningen op het werkplatform te gebruiken.
4.2.4.1 Standaard overdrachtsmodus Met de keuzeschakelaar 6 in de centrale stand “DRIVE MODALITY” is het mogelijk om alle verplaatsingsbewegingen afzonderlijk uit te voeren (zie paragraaf 4.2.1). Regeling van de snelheid: Met de keuzeschakelaar 7 op de console die de versnelling van de verbrandingsmotor bestuurt. Schildpad: motor op stationair toerental Haas: motor op versneld toerental (In geval er een elektromotor geselecteerd is, vindt er geen snelheidsvariatie plaats)
Pagina 92
Regeling van de snelheid: Met de keuzeschakelaar 7 op de console die de versnelling van de verbrandingsmotor bestuurt. Schildpad: motor op stationair toerental Haas: motor op versneld toerental (In geval er een elektromotor geselecteerd is, vindt er geen snelheidsvariatie plaats). 4.2.4.3 Direct regelsysteem (DC-S) Door de keuzeschakelaar op het bedieningspaneel op stand “DC-S”...
Om deze zo goed mogelijk te gebruiken wordt aangeraden om eerst beide joysticks in de gewenste richting te verplaatsen (met de keuzeschakelaar op de haas) en vervolgens de keuzeschakelaar van DM naar DC-S te verplaatsen. Op dit punt kan de joystick links worden losgelaten en kan alleen de joystick rechts bediend worden. De machine zal in de richting recht vooruit blijven bewegen, op de maximale snelheid.
Hieronder worden de ontwerpconfiguraties voor de maximale nivellering van de rupswagen weergegeven. 4.2.5.1 Nivellering transportconfiguratie (bedienen hefwerkplatformlift) Met het volledig verlaagde werkplatform kan de automatische nivellering geactiveerd worden door het commando voor de stijging van het werkplatform geselecteerd te houden. Het systeem brengt het chassis naar een hellingsgraad van minder dan 0,5°...
Met de activering van een willekeurige beweging zal het platform automatisch stoppen bij het bereiken van de horizontale stand. Wanneer de hellingsgraad van de hoogwerker binnen de 0,5° blijft in zowel de dwars- als de langsrichting, is het mogelijk om het werkplatform te heffen. Let op: de handmatige nivellering is minder nauwkeurig dan de automatische nivellering 4.2.5.3 Dynamisch nivelleren (Dynamic Leveling) bij overdracht Opmerking: de dynamische nivellering kan alleen met het volledig verlaagdee platform worden...
Pagina 96
Punt 5.3.2.3 van deze norm voorziet dat het voldoende is om de hellingsgraad van het chassis in prestatieniveau D normaal te controleren. aanvullende veiligheidssysteem wordt beschreven paragraaf 3.4.2 “Redundante controleinrichting van de hellingsgraad van het hoofdchassis en van de hoogte” Voorafgaande opmerkingen: Het systeem is alleen actief wanneer het loopvlak de 2 m overschrijdt;...
Pagina 97
In geval van buitengewone gebeurtenissen (verzakken van de bodem, vallen vanaf een verhoging, enz.) en wanneer de hellingsgraad groter is dan 3°, worden alle bewegingen geblokkeerd door zowel het hoofdsysteem als het aanvullende veiligheidssysteem. • Het lampje van het kantelalarm gaat permanent branden; •...
verplaatsingshoogt Boven transporthoogte maar onder maximale >3° Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan verplaatsingshoogt Boven de maximale verplaatsingshoogt <0,5° Niet toegestaan Niet toegestaan Toegestaan Boven de maximale verplaatsingshoogt >0,5° Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan Het waarschuwingslampje van de hellingsgraad (zie afbeelding hiernaast) UIT of AAN de status van de dat, afhankelijk van zijn status hellingsgraad van het platform aangeeft.
Tijdens de beweging van de daling is de functie AFKNELBESCHERMING aanwezig om ongevallen voor de operators die op de grond in de nabijheid van de machine verblijven te voorkomen. 4.2.7 Handmatig geluidssignaal Met een druk op de knop op het bedieningspaneel wordt de sirene van de hoogwerker in werking gesteld.
Pagina 100
d = bedrijfsuren met dieselmotor E = bedrijfsuren met elektromotor Op het bovenste gedeelte wordt de lading van de startaccu weergegeven. Indien er op het moment van weergave actieve alarmen zijn, toont het display afwisselend alleen de alarmcodes. Indien er op het moment van weergave geen alarmen zijn, maar er zijn eerdere alarmen (veroorzaakt door storingen die met intervallen optreden) verschijnt het servicesymbool op het display: De regeleenheid kan in het geheugen tot 16 alarmen opslaan die kunnen worden weergegeven door de rechter knop van de urenteller te drukken.
Pagina 101
De onderstaande tabel bevat de lijst van de alarm-/foutcodes. CODE BESCHRIJVING FUEL Laag brandstofpeil (alleen Kubota-motor) (Let op: Dit alarm wordt niet in het geheugen opgeslagen) Spanning startaccu lager dan 9V Spanning startaccu hoger dan 16V Interne fout EPROM-geheugen Communicatiefout CAN-netwerk Redundantiefout hoeksensor chassis Redundantiefout hoeksensor schaar Redundantiefout drukomzetters...
De machine stoppen 4.5.1 Normale stop Tijdens het normale gebruik van de hoogwerker wordt de beweging onderbroken zodra de joysticks voor de VERPLAATSING (10 en 11) worden losgelaten. Elke rupsband is voorzien van een rem dat de verplaatsing van de machine onmogelijk maakt, tenzij de rem door middel van hydraulische druk gedeactiveerd wordt (zie par.
Pagina 103
Zicht op het drukknoppaneel afgedekt door een behuizing 4.5.2 Noodstop In afwijkende situaties of in situaties waarin de bewegingen van de machine worden moeten onderbroken, kan de gebruiker de functies van de machine ONMIDDELLIJK STOPPEN door op de paddenstoelvormige knop op het bedieningspaneel of op de knop in de nabijheid van de GRONDBEDIENING te drukken (zie de onderstaande afbeeldingen).
Handbediende nooddaling Bij een storing aan de elektrische of hydraulische installatie kan de BEWEGING OMLAAG van de hoogwerker vanaf elke hoogte worden verricht met behulp van de specifieke noodbediening aan de grond. In dit geval gebruikt het personeel aan de grond de bediening van het hydraulische ventiel aan de zijkant van de hoogwerker, in de buurt van het trapje (onthoud daarbij dat voor een veilig gebruik van de hoogwerker minstens een persoon aan de grond nodig is).
Noodtransport van de machine Noodbeweging van het platform, als de verbrandingsmotor en dus het hydraulische systeem niet gestart kunnen worden, gebeurt op dezelfde manier als bij handmatig transport. Gebruik een gecertificeerde juk (niet meegeleverd), met een verticale afstand tussen de haak en de kettingen van 350mm en hef hem op met staalkabels bevestigd aan de specifieke gaten die met borden zijn aangegeven (zie de onderstaande foto).
In geval er een storing van de regeleenheid is opgetreden maar het mogelijk is de verbrandingsmotor of de elektrische motor te bereiken, dan kunnen de bewegingen van de machine rechtstreeks vanaf het hydraulische blok worden uitgevoerd. Voor het uitvoeren van de bewegingen moet het veiligheidsventiel 3 worden vrijgegeven (door hem linksom te draaien) en moeten de ventielen 1 en 2 worden dichtgeschroefd (rechtsom draaien ) (voorzien van verzegeling met looddraad).
Pagina 108
De handpomp bevindt zich onder een trede van de toegangsladder. • GEBRUIKSAANWIJZING 1. Maak de stang los van de mand door de twee vlindermoeren los te draaien; 2. Verwijder de linkerafscherming van de toegangsladder;...
Pagina 109
3. Steek de stang in de handpomp; 4. Zet cursor SV1 vast en druk SP2 in terwijl u tegelijkertijd de pomphendel horizontaal beweegt totdat de gewenste hoogte van de mand is bereikt.
Pagina 110
5. Zodra de operatie is voltooid, reset u het ladderdeksel en de handpomphendel.
Algemeen onderhoud De volgende tabel geeft het voornamelijke onderhoud en de desbetreffende vervaldata. Opgelet: Verricht het onderhoud conform de aanwijzingen van het Hoofdstuk 2 Veiligheidsinformatie. Verricht het onderhoud voornamelijk pas na op de noodstop drukknop te hebben gedrukt, de motor te hebben uitgeschakeld en de persoonlijke beschermingsmiddelen te hebben aangetrokken Opgelet: Isoleer de machine van de energiebronnen Opgelet: Verricht alle bewegingen van de hoogwerker die voor de verificaties/het onderhoud nodig zijn.
Pagina 113
CONTROLES VOORAFGAAND AAN IEDER GEBRUIK Voorafgaande aan de inbedrijfstelling en ieder gebruik moeten op de machine de volgende visuele en functionele controles worden uitgevoerd. Bovendien moet bij de inbedrijfstelling de veiligheidscontrole worden verricht. VISUELE CONTROLE FUNCTIONELE CONTROLE • • Controleer dat er geen olielekkages zijn vanuit de Controleer het peil van de hydraulische olie in het reservoir •...
Pagina 114
Controle en aandraaimoment schroeven-bouten-moeren van de pennen Deze handeling bestaat uit het controleren van de staat van de volgende componenten en ze, waar nodig, met behulp van werktuigen aandraaien. Houd daarbij rekening met de tabellen van de volgende pagina's. 1 – Bevestigingsschroeven en moeren hefcilinder 2 –...
Visuele controle en verificatie van de constructie Controleer de volgende punten visueel op de aangegeven vervaldata. Licht onmiddellijk een monteur in als storingen worden opgemerkt. • Staat van de borstwering van het platform • Staat van het trapje • Staat van de hefstructuur •...
Smering scharnierpunten en leisloffen Smeer de punten in op de vervaldata beschreven in de tabel en ELKE KEER dat de volgende handelingen worden verricht: • reiniging van de machine • na een lange inactiviteit • na gebruik in een buitengewoon agressieve omgeving: bijv. mariene, stoffige of vochtige omgeving, enz... De smeerpunten zijn (zie de onderstaande afbeeldingen): 1) de leisloffen van de uitschuifbare structuur onder het platform 2) de leisloffen van de uitschuifbare structuur van de wagen...
Visuele peilcontrole hydraulische tank Het peil van de hydraulische olie wordt gecontroleerd door middel van een peilindicator op de tank. Het correcte oliepeil moet gecontroleerd worden met de machine in de configuratie aangegeven op de volgende afbeeldingen.
Verversing olie hydraulische tank Met de interval aangegeven in de algemene tabel moet de hydraulische olie in de tank ververst worden. Gebruik voor het vervangen een hand- of elektrische pomp (niet meegeleverd) en door de vuldop die zich boven de tank bevindt.
Verificatie functionering maximaal drukventiel hefcircuit Controleer op de aangegeven vervaldata de functionering van het overdrukventiel in het hydraulische hefcircuit. Dit ventiel is een extra beveiliging naast de elektronische overbelasting controle-inrichting en voorkomt dat het platform omhoog kan bewegen als 50% van de nominale belasting is overschreden. Overdrukventiel Aansluitpunt drukmeter...
Pagina 120
In deze gevallen moet het ventiel aan de hand van de bovenstaande controleprocedure door GESPECIALISEERD PERSONEEL worden geijkt. Draai de contramoer (1) met gereedschap los en draai de stelschroef (2) los of vast tot de gewenste druk wordt aangegeven. Draai vervolgens de contramoer (1) weer vast om de schroef te blokkeren.
Accu 6.9.1 Algemene waarschuwingen De accu is zeer belangrijk voor de functionering van de machine. Een correct onderhoud van de accu garandeert een lange levensduur, beperkt problemen en verlaagt de beheerkosten van de machine. Houd u echter altijd aan de volgende voorschriften: •...
Pagina 122
Let op: tijdens het opladen wordt er gas gevormd dat onder bepaalde omstandigheden kan leiden tot een ONTPLOFFINGSGEVAARLIJKE ATMOSFEER. Laad de batterij op in goed geventileerde ruimten die voldoen aan de normen EN 60079-10 (CEI 31-30), waar geen brandgevaar bestaat en in aanwezigheid van goede blusmiddelen. Sluit de acculader aan op een elektriciteitsnet dat voldoet aan de volgende eigenschappen: •...
6.10 Vervanging van de hydraulische filters Vervang de filters op de toe- en terugvoer van de hydraulische installatie op de vervaldata gegeven in de tabel. Houd u daarbij aan de volgende aanwijzingen. De bovenstaande afbeelding toont de standen van de filters op de toevoer (1), vastgeschroefd in de hydraulische tank, of de standen van het filter op de terugvoer (2) aan de bovenkant van de tank.
6.10.2 Vervanging van het filter op de terugvoer Verricht de volgende procedures voor de vervanging van het filter op de terugvoer bovenop de hydraulische tank: 1) Hef de uitschuifbare structuur van de machine op en blokkeer hem met het specifieke middel voor het onderhoud (zie par. 2.9-Veiligheidsnormen tijdens het onderhoud).
6.11 Controle werking dwarshellingmeter Controleer, met de in de algemene tabel aangegeven frequentie, de werking van de veiligheids-dwarshellingmeter van het platform. Het platform moet de UITGESCHOVEN wielbreedte hebben L=1500 mm (niet-genivelleerde wagen). Controleer de werking van de elektronische dwarshellingmeter door het platform te laten hellen. Breng daarvoor in de buurt van de middellijn van de rol onder de rupsbanden de afstandsblokken aan die in de afbeelding zijn aangegeven.
Lampje maximale inclinatie Hef de mand met behulp van de betreffende toets en controleer of het systeem voor automatische nivellering het platform weer horizontaal plaatst. Voer de test in de 2 richtingen uit. CONTROLE MET 1° INCLINATIE IN LENGTERICHTING Laat het platform hellen door in de buurt van de middellijn van de rol onder de rupsbanden de afstandsblokken te plaatsen, zie de onderstaande afbeelding, (bereikte inclinatie >1°): Start vervolgens het platform en controleer of het controlelampje begint te knipperen.
6.12 Controle werking elektronische dwarshellingmeter positie Controleer, met de in de algemene tabel aangegeven frequentie, als volgt de werking van de op de hoogwerker geïnstalleerde elektronische dwarshellingmeter voor positie: • Hef het platform naar een hoogte voorbij de transporthoogte en controleer dat de functies voor de handmatige nivellering verhinderd zijn.
seconden wachten. Binnen dit tijdsbestek zijn de beschreven akoestische en optische signaalinrichtingen geactiveerd. De elektronische dwarshellingmeter positie functioneert correct wanneer de eerder beschreven handelingen in de aangegeven volgorde plaatsvinden. 6.13 Verificatie functionering controle-inrichtingen elektrische isolatie Controleer met de intervallen aangegeven in de algemene tabel de werking van de van de controleinrichting van de elektrische isolatie van de 220V-spanning van de omvormer (alleen indien aanwezig).
6.14 Verificatie functionering handbediende noodstopinrichtingen Verifieer de functionering van de inrichting voor de handbediende NOODDALING op de vervaldata die in de tabel zijn gegeven. In de buurt van de toegangsladder, aangegeven met speciale stickers, bevindt zich een besturingskabel waarmee het platform in elke omstandigheid kan worden neergelaten: •...
6.15 Motoronderhoud MOTOR HONDA Controleer met de in de algemene tabel aangegeven frequentie de motorolie volgens de volgende aanwijzingen: 5) controleer het peil bij de uitgeschakelde motor en met de hoogwerker geplaatst op een vlakke ondergrond 6) verwijder de vuldop/peilstok en maak de peilstok schoon 7) steek peilstok in de vulopening, zonder de dop vast te draaien, en verwijder hem om het oliepeil te controleren.
VULDOP / PEILSTOK SLUITRING OLIEPEIL OLIE AFTAPPLUG Afgewerkte olie mag niet weer gebruikt worden, niet in het milieu verspreid worden en moet volgens de geldende regelgeving verwijderd worden. AANBEVOLEN OLIE Doorgaans wordt het gebruik van SAE 10W-30 (indicaties HONDA) aanbevolen. •...
Pagina 132
Viscositeit olie Kies de viscositeit die wordt aanbevolen op basis van de omgevingstemperatuur bij de koude start. Verwijder de peilstok en vul bij met olie.
Pagina 133
Controleer het oliepeil door de peilstok schoon te maken, terug te plaatsen en weer te verwijderen. Controleer het peil op de peilstok en vul eventueel bij tot aan de markering van het maximale niveau. De motor moet uitgeschakeld en vlak geplaatst zijn. De olie mag uitsluitend met warme motor worden afgetapt.
Pagina 134
Draai schroef 1 ongeveer 5 rotaties los. Verwijder het oliefilter uit zijn zitting...
Pagina 135
Reinig het filter met perslucht, van binnen naar buiten. OPGELET: Draag een beschermende bril wanneer gebruik wordt gemaakt van perslucht. Controleer dat afdichting 1 niet beschadigd is en vervang zo nodig. Controleer dat afdichting 2 niet beschadigd is en steving in zijn zitting is aangebracht; vervang eventueel het oliefilter.
Pagina 136
Schroef de deksel van het luchtfilter los. Schroef de kartelmoer 1 geheel los en verwijder de luchtfilterpatroon 2. Reinig het filterhuis en de deksel. Zorg ervoor dat er geen vuil of vreemde stoffen in de motor kunnen binnendringen via de inlaatopening van de lucht.
Voor uitvoeringen met mechanische indicator voor onderhoud van het oliefilter moet de status en de mate van reiniging van het plaatje van klep 1 gecontroleerd worden. De filterpatroon moet vervangen worden of grondig gereinigd en gecontroleerd. Reiniging van de filterpatroon Verstopping met droog stof Reinig de filterpatroon met droge perslucht, van binnen naar buiten, tot de stof volledig verwijderd is...
Pagina 138
Voor de REINIGING (zie de volgende afbeelding): 1) verwijder de moer van het deksel van het filter en verwijder het deksel 2) verwijder de vlindermoer van het luchtfilter en verwijder het filter 3) verwijder het schuimfilter van het papieren filter 4) Inspecteer de filterelementen en vervang ze als ze beschadigd zijn.
Controle en vervanging bougie (alleen voor Honda-motor) Voor optimale prestaties moet tussen de elektroden van de bougie de juiste afstand worden gemeten en mag er geen vuil op aanwezig zijn. Volg de volgende procedure: 1) verwijder de bougiekap van de bougie en maak de zone rondom de bougie schoon 2) demonteer de bougie met een 13/16-inch bougiesleutel 3) controleer visueel de bougie;...
Pagina 140
AANBEVOLEN BOUGIES BPR6ES (NGK) W20EPR-U (DENSO) (aanwijzingen Honda) Een onvoldoende aangedraaide bougie kan oververhit raken en de motor beschadigen. Het schroefdraad van de kop van de bougie raakt beschadigd als de bougie te veel wordt aangedraaid.
6.18 Controle en aanspanning rupsbanden Verifieer op de vervaldata aangegeven in de tabel de spanning van de rupsbanden. Breng de rupsband op spanning aan de hand van de onderstaande procedure als de rupsband wegens een te grote doorbuiging te veel geluid produceert: 1) Verwijder de beschermende afdekkingen (1) 2) Voor het verkrijgen van de juiste spanning moet een set voor aanspanning gebruikt worden (2), niet meegeleverd, en moet vet in de aanspanklep gepompt worden (3) tot het bereiken van de hieronder aangegeven...
6.19 Controle en vervanging rupsbanden Controleer de staat en de slijtage van de rupsbanden en vervang ze als het loopvlak is afgenomen tot 10 mm of minder. Vervang de rupsbanden eerder als ze gevaarlijke scheuren of sneden vertonen. De volgende afbeelding is een voorbeeld van de manier waarop het loopvlak kan worden opgemeten (in dit voorbeeld de band van een voertuig).
Pagina 143
RUPSBANDEN VERVANGINGSPROCEDURE OPGELET: Het is verboden om de reductiekast te openen voor handelingen die geen deel uitmaken van het gewone onderhoud. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor handelingen die geen deel uitmaken van het gewone onderhoud en die schade aan voorwerpen of personen hebben veroorzaakt. Neem indien nodig contact op met de specifieke servicecentra Vervanging van de riem: De vervanging van de rupsband moet worden uitgevoerd wanneer het profiel verminderd is tot 10 mm of...
Pagina 144
4. Draai de spanklep los 5. Demonteer de spanklep alleen wanneer Er is geen vetdruk meer (figuur 12). (Zie figuur 13) Gebruik de meegeleverde moer (punt A) schroef het volledig vast totdat de veer maximaal is gecomprimeerd, zowel aan de rechterkant als aan de zijkant van de wagen. 6.
OPGELET: Draag persoonlijke beschermingsmiddelen; Let vooral op wanneer de band op de grond valt. 7. Til de rupsband in de onderste middellijn. 8. Verwijder de rupsband van de zitting (naar buiten) en lever tussen de rupsband en het loopwiel. OPGELET: Deze handeling vereist het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. 9.
Pagina 146
Controleer eerst, door de onderstaande afbeeldingen te raadplegen, het type versnellingsbak dat op uw onderstel is geïnstalleerd. Smering van de reductoren: De reductoren worden normaal gesproken geleverd zonder olie, de keuze van het smeermiddel moet door de gebruiker worden gemaakt volgens de aanwijzingen in de onderstaande tabel. OPMERKING: In elk model "aandrijfwiel"...
Pagina 147
Injecteer olie in het verloopstuk met behulp van het gat in positie "A" totdat de olie uit het peilgat in positie "C" komt en plaats vervolgens de pluggen terug. TANDWIELOLIETAFEL (VOOR TANDWIELREDUCTOR) (De olie die normaal door de fabrikant wordt gebruikt, is PAKELO) Smeermiddel -20C +5C IV 95mm -5C +30C IV 95 mm...
Buitenwerkingstelling en ontmanteling Aan het einde van de technische en operationele levensduur moet de apparatuur buiten werking worden gesteld en worden afgebroken. De buitenwerkingstelling moet ervoor zorgen dat de apparatuur niet langer gebruikt kan worden voor de doeleinden waarvoor ze was ontworpen en gebouwd en moet de grondstoffen ervan recupereren. Opmerking: ALMAC S.r.l.
Controleregister Bijlage-2 A. Controleregister Het controleregister wordt afgegeven aan de gebruiker van de hoogwerker onder verwijzing naar: ➢ technische norm EN280:2015 ➢ Italiaans wetsbesluit 17/2010- Omzetting van de machinerichtlijn 2006/42/EG Dit register moet gebruikt worden om in de daarvoor bestemde ruimtes gebeurtenissen te registreren die betrekking hebben op de nuttige levensduur van de machine, in het bijzonder: •...
Type controle Beschrijving Controle en aandraaimoment schroeven- Zie par.6.2 bouten-moeren van de pennen Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die VOOR ELK GEBRUIK moet worden verricht. De dagelijkse registratie is niet vereist.
Pagina 155
Type controle Beschrijving Vervorming leidingen en kabels Zie par.6.4 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELKE MAAND moet worden verricht. De maandelijkse registratie is niet vereist.
Pagina 156
Type controle Beschrijving Controle oliepeil hydraulische tank Zie par.6.6 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die VOOR ELK GEBRUIK moet worden verricht. De dagelijkse registratie is niet vereist.
Pagina 157
Type controle Beschrijving Verificatie functionering maximaal Zie par.6.8 drukventiel hefcircuit Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELK JAAR moet worden verricht. Type controle Beschrijving Accu...
Pagina 158
Type controle Beschrijving Vervanging van de hydraulische filters Zie par.6.10 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELKE TWEE JAAR moet worden verricht. Type controle Beschrijving Verificatie functionering dwarshellingmeter...
Pagina 159
Type controle Beschrijving Verificatie functionering microschakelaars Zie par.6.12 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELK JAAR moet worden verricht. Type controle Beschrijving Verificatie functionering controle- Zie par.6.13...
Pagina 160
Type controle Beschrijving Controle werking handbediende Zie par.6.14 noodstopvoorzieningen Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELK JAAR moet worden verricht. Type controle Beschrijving Controle motorolie...
Pagina 161
Type controle Beschrijving Motorolie verversen Zie par.6.15 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die ELKE 100 BEDRIJFSUREN moet worden verricht. Type controle Beschrijving Controle en aanspanning rupsbanden Zie par.6.18...
Pagina 162
Type controle Beschrijving Controle en vervanging rupsbanden Zie par.6.19 Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10 OPMERKING: Handeling die moet worden verricht bij <10 mm loopvlak of als sneden aanwezig zijn Type controle Beschrijving...
Pagina 163
Type controle Beschrijving Verifieer of de verankeringen, steun, structuren, Structuur en slede bovenste rupsbanden lassen en pennen heel zijn en verifieer de staat van de slede van de bovenste rupsbanden Datum Waarnemingen Handtekening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7...
OPMERKING: Handeling die ELK HALFJAAR moet worden verricht. De halfjaarlijkse registratie is niet vereist. In het geval van andere handelingen is in ieder geval de jaarlijkse registratie vereist. Belangrijke defecten Datum Beschrijving defect Oplossing Gebruikte reserveonderdelen Beschrijving Code aantal Belangrijke defecten Datum Beschrijving defect Oplossing...
Eigendomsoverdracht Bijlage-3 Te bewaren kopie Op de datum: is het eigendom van de hoogwerker: serienummer bouwjaar overgedragen aan: Er wordt verklaard dat op de genoemde datum de technische kenmerken, de afmetingen en de functies van de hoogwerker overeenstemmen met de originele technische kenmerken, afmetingen en functies en dat eventuele variaties in dit register zijn opgenomen.
Pagina 166
Hydraulisch schema Bijlage-4 Schakelschema Bijlage-5...