Onderhoud
accu bij te vullen.
1.
Controleer het elektrolytpeil ten minste
één keer per maand. Vul indien nodig bij
tot aan het peil dat door fabrikant wordt
aanbevolen. Vul alleen bij met gedistil-
leerd water (of zuiver gedeïoniseerd wa-
ter dat geschikt is om in accu's te
worden gebruikt).
2.
Zorg dat de accu altijd goed geladen is.
Als u een voltmeter installeert, kan hem
gemakkelijker controleren. Als u de boot
gedurende een maand of langer niet
gaat gebruiken, haal de accu dan uit de
boot en bewaar hem op een koele don-
kere plaats. Herlaad de accu helemaal
alvorens hem weer te gebruiken.
3.
Als de accu langer dan een maand
wordt opgeborgen, controleer dan ten
minste één keer per maand de specifie-
ke graviteit van de vloeistof en herlaad
de accu als hij bijna op is.
NOTA:
Raadpleeg een Yamaha-dealer als u accu's
laadt of herlaadt.
DMU29342
Aansluiting van de accu
DWM00570
WAARSCHUWING
Maak de accuhouder stevig vast op een
droge, goed verluchte en trillingsvrije
65
plaats in de boot. Installeer een volledig
opgeladen accu in de houder.
DCM01122
OPGELET:
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar (bij
G
de modellen waarop dat van toepas-
sing is) op "
aan de accu te werken.
Omkering van de accukabels bescha-
G
digt de elektrische onderdelen.
Koppel eerst de rode accukabel aan als
G
u de accu installeert en ontkoppel eerst
de zwarte kabel als u hem verwijdert.
De elektrische contacten van de accu
G
en de kabels moeten zuiver en juist
aangekoppeld zijn anders start de accu
de motor niet.
Verbind de RODE kabel eerst met de POSI-
TIEVE (+) pool. Verbind vervolgens de
ZWARTE kabel met de NEGATIEVE (-)
pool.
Gebruik van één enkele accu
Verbind de beide rode kabels met de (+)-
pool.
DWM00590
WAARSCHUWING
Laat geen kabels losgekoppeld liggen.
Als een kabel per ongeluk in contact komt
met de NEGATIEVE (-) pool van de accu,
ontstaat er een kortsluiting. Beschadi-
ging van het elektrische systeem en
brand kunnen daarvan het gevolg zijn.
" (uit) staat, alvorens