ON
START
7.
Zodra de motor gestart is, laat u de
hoofdschakelaar los zodat hij terugkeert
in de stand "
DCM00191
OPGELET:
Zet
de
hoofdschakelaar
G
"
" (start) terwijl de motor draait.
Laat de startmotor nooit langer dan 5
G
seconden draaien. Als de startmotor
langer dan 5 seconden blijft draaien, zal
de accu vlug leeg zijn, waardoor het on-
mogelijk wordt om de motor te starten.
Bovendien kan de starter worden be-
schadigd. Als de motor na 5 seconden
aanzwengelen niet start, zet de hoofd-
schakelaar dan op "
seconden en zwengel de motor op-
nieuw aan.
DMU27670
De motor laten warmdraaien
DMU27681
Modellen met een chokestarter
1.
Na het starten dient u de motor 3 minu-
ten lang in vrijloop te laten draaien om
hem te laten opwarmen. Doet u dat niet,
dan verkort u de levensduur van de mo-
tor. Zet de chokeknop geleidelijk terug in
zijn oorspronkelijke stand naarmate de
motor opwarmt.
2.
Ga na of de koelwatercontrolestraal ge-
ZMU04593
" (on).
nooit
" (on), wacht 10
lijkmatig stroomt.
DCM00511
OPGELET:
Een continue waterstroom uit de koelwa-
tercontroleopening wijst erop dat de wa-
terpomp
water
koelwatermantels. Als er geen water uit
de opening stroomt wanneer de motor
draait, kunnen oververhitting en ernstige
beschadiging het gevolg zijn. Zet de mo-
tor af en controleer of de koelwaterinlaat
in het huis van het staartstuk of de koel-
watercontroleopening geblokkeerd zijn.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer als u het
probleem niet kunt lokaliseren en oplos-
sen.
op
DMU31730
DWM00180
WAARSCHUWING
Ga na of er zich geen personen of hinder-
nissen in het water rond de boot bevin-
den, alvorens te schakelen.
DCM01610
OPGELET:
Laat de motor warmdraaien alvorens in
een versnelling te schakelen. Het is mo-
gelijk dat het stationair toerental hoger is
dan normaal zolang de motor niet geheel
warm is. Een hoog stationair toerental
Werking
pompt
door
Schakelen
de
ZMU03908
36