7. Reinig de omgeving van beide laadpomphuizen
grondig.
Hydraulische leidingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer de hydraulische slangen op lekkages, losgeraakte
aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage,
beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en de
inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties
uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Opmerking: Houd de omgeving van het hydraulische
systeem vrij van aangekoekt gras en vuil.
WAARSCHUWING
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan
door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
•
Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de huid is
geïnjecteerd, moet binnen enkele uren operatief worden
verwijderd door een arts die bekend is met dit type
verwondingen. Anders kan gangreen ontstaan.
•
Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten
of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische
vloeistof ontsnapt.
•
U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met
behulp van karton of papier.
•
Hef alle druk in het hydraulische systeem op veilige wijze
op, voordat u werkzaamheden gaat verrichten aan het
hydraulische systeem.
•
Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in
goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet
op het hydraulische systeem.
Onderhoud van het
maaidek
Onderhoud van de
maaimessen
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de
maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen
te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad
te hebben.
WAARSCHUWING
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de gebruiker of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen op slijtage of
beschadigingen.
•
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Controle en onderhoud van de messen
voorbereiden
Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de messen uit en stel de parkeerrem in werking.
Draai het contactsleuteltje op Uit.
Verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels los van de
bougies.
De maaimessen controleren
1. Controleer de snijranden (Figuur 49).
Opmerking: Als de snijranden niet scherp zijn of
inkepingen vertonen, moet u de messen verwijderen en
deze slijpen. Zie De maaimessen slijpen (bladz. 40).
1. Snijrand
2. Vleugel
2. Controleer de messen, met name het gebogen
deel (Figuur 49). Als u beschadigingen, slijtage of
39
Figuur 49
3. Slijtage/groefvorming in
gebogen deel
4. Scheur in gebogen deel