Nederlands
LC
LC-5 "Brandsimulatielicht": 5 lampen vormen gemeenschappelijk
een onregelmatig patroon. Worden de lampen met rode en gele
transparante verf behandeld, dan ontstaat het typische beeld van het
flikkeren van een vuurtje. Wordt de schakelingang JP2 met massa
verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma.
Blijft het contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
LC-6 "Laslicht": Elk van de 5 uitgangen kan worden voorzien van een
blauw laslampje. De lichtimpulsen zijn natuurgetrouw kort en krachtig.
Daar elk van de 5 lampen een eigen patroon heeft, kan in een grotere
werkplaats (b.v. een scheepswerf) op meerdere plaatsen tegelijk worden
"gelast".
Overeenkomstig
het
voorbeeld
zijn
er
tussen
de
laswerkzaamheden op onregelmatige afstanden pauzes met een lengte
van soms meerdere minuten. Wordt de schakelingang JP2 met massa
verbonden dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma.
Blijft het contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
LC-7 "Verkeerslichtensturing": Verkeerslichtensturing voor een
compleet kruispunt. Uitgangen 1 en 2 zijn groen en rood voor richting
A, uitgang 4 en 5 zijn groen en rood voor richting B. Uitgang 3 is het
gemeenschappelijke geel, dat voorbeeldgetrouw de wisseling van groen
naar rood overlapt. Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden,
dan schakelt het verkeerslicht op geel knipperen. Blijft het contact
geopend dan loopt de normale verkeerlichtencyclus door.
LC-8 "Reclamelicht 4": Samenvoeging van de reclamelichten 1 tot 3.
Deze lopen na elkaar af. Wordt de schakelingang JP2 met massa
verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma.
Blijft het contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
LC-9 "Ontsteekmodule voor gaslantaarns": Door de schakelingang
JP2 kort met de massa te verbinden, beginnen de lantaarns te
knipperen en worden dan langzaam helderder. Elk ontsteekpatroon is
een beetje anders. Na ca. 5 seconden bereiken de lantaarns hun volle
lichtsterkte. In bedrijf knipperen de lantaarns op verschillende tijden
hoger en lager (de gasdrukveranderingen). Na de uitschakelimpuls
Pagina 60