LC
Nederlands
Werking
Het hart van de Light-Computer is een micro-controller (IC). Een in het
IC gebrand programma wordt telkens in dezelfde volgorde afgewerkt en
voorziet daarbij vijf uitgangen op verschillende tijden van stroom. Door
het samenspel van de uitgangen zijn al naar gelang het programma
verschillende lichtbeelden mogelijk. De schakelingang van het IC wordt
eveneens gebruikt. De werking verschilt bij de verschillende
programmaversies van de Light-Computers.
LC-1 "Reclamelicht 1": 5 lampen gaan na elkaar aan, dan knipperen
ze drie maal gezamenlijk en gaan weer uit. Wordt de schakelingang JP2
met massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het
programma. Blijft het contact geopend, dan wordt het programma
constant herhaald.
LC-2 "Reclamelicht 2": 5 lampen gaan na elkaar aan (loop-
lichteffect), gaan dan 3 seconden gezamenlijk aan. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit.
Blijft het contact geopend, dan wordt het programma constant
herhaald.
LC-3 "Reclamelicht 3": 5 lampen knipperen in een verschillend
patroon (schijnbaar flikkeren ze zonder systeem), daarna gaat de een
na de ander aan en branden dan 3 seconden gezamenlijk. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit
na afloop van het programma. Blijft het contact geopend, dan wordt
het programma constant herhaald.
LC-4 "Knipperinstallatie wegwerken": 5 lampen vormen een
looplicht, daarna volgt een korte pauze. Dit effect komt vooral tot zijn
recht wanneer u de lampen als trechter aan beide zijden van een
straat plaatst. Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden, dan
schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma. Blijft het
contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
Pagina 59