â
ABB i-bus
KNX
Ontwerp en toepassing
4.3
Gedrag bij ...
4.3.1
Busspanningsterugkeer (BST)
Algemeen
·
Bij terugkeer van de busspanning zijn de communicatieobjectwaarden instelbaar. Als dit niet het geval
is, worden ze op waarde 0 ingesteld.
·
Timers moeten opnieuw worden gestart.
·
Statuscommunicatieobjecten worden verzonden als de optie bij wijziging is ingesteld.
·
De contactstand is na BST niet volledig bekend. Aangenomen wordt dat de contactstand gedurende
de busspanningsuitval niet is gewijzigd (er heeft geen handmatige bediening plaatsgevonden). Pas na
ontvangst van een nieuw schakelevent is de contactstand bekend bij de Ruimte Master.
·
De verzendvertraging is alleen bij BST actief!
Schakelcontactuitgang
·
De communicatieobjectwaarde Trappenhuistijd blijft ongewijzigd, zoals voor de busspanningsuitval
(BSU).
·
De communicatieobjectwaarde Tijdfunctie blokkeren is afhankelijk van de geselecteerde optie.
·
De communicatieobjectwaarde Continu-AAN blijft ongewijzigd, zoals voor de BSU.
·
De schakelcontactuitgang schakelt als volgt:
Opmerking
Als bij BSU een trappenhuistijd actief was, wordt deze opnieuw gestart.
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Logische poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning
opgeslagen. Bij terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Logische poort 1/2 zijn toegewezen, worden deze
gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Logische poort 1/2
ongewijzigd.
Volgens de ingestelde communicatieobjectwaarde Schakelen bij BST.
o
Als de parameter Objectwaarde "Schakelen" bij terugkeer van de busspanning niet is
o
ingesteld, is het gedrag bij BSU bepalend.
Als geen van bovengenoemde opties is geselecteerd, blijft de laatste stand van vóór de BSU
o
gehandhaafd.
RM/S 3.1 | 2CDC 514 065 D3101 149