â
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
3.2.6.1
Parametervenster Ruimtetoestand x
Dit parametervenster is zichtbaar als in parametervenster Vrijgave ruimtetoestanden 1...16 bij parameter
Ruimtetoestanden vrijgeven de optie ja is geselecteerd en bij parameter Ruimtetoestand x en y de optie
vrijgeven.
Opmerking
In de volgende parameterbeschrijvingen worden de ruimtetoestanden 1...16 aangeduid met x en y
omdat de functies voor alle ruimtetoestanden gelijk zijn. Daarbij staat x voor de oneven
ruimtetoestanden 1/3/5/7/9/11/13 en 15 en y voor de even ruimtetoestanden 2/4/6/8/10/12/14 en 16.
Oproep bij objectwaarde = 0 (object
"Ruimtetoestand 1...16 oproepen")
<−−− OPMERKING
De ruimtetoestanden worden geactiveerd via communicatieobject nr. 2 Ruimtetoestand 1...16 oproepen.
Dat betekent dat ruimtetoestand 1 wordt geactiveerd bij ontvangst van een 0, ruimtetoestand 2 bij
ontvangst van een 1 enzovoort.
Zie voor meer informatie:
De ruimtetoestanden kunnen ook intern via de binaire ingangen worden geactiveerd. Daarbij worden de
ruimtetoestanden altijd paarsgewijs geactiveerd, bijvoorbeeld ruimtetoestand 5 bij ontvangst van een 0 en
ruimtetoestand 6 bij ontvangst van een 1.
Zie voor meer informatie:
Ruimtetoestand oproepen
bij terugkeer busspanning
Opties:
Via deze parameter wordt het gedrag na busspanningsterugkeer (BST) ingesteld.
·
nee: na BST wordt de toestand ingesteld zoals die was bij uitval van de busspanning.
·
ja: bij BST wordt deze ruimtetoestand geactiveerd.
Communicatieobjecten
Communicatieobjecten
nee
ja
Algemeen, p. 111 en
Ruimtetoestand extern
Algemeen, p. 111 en
Ruimtetoestand extern
activeren, p. 158.
activeren, p. 158.
RM/S 3.1 | 2CDC 514 065 D3101 103