Inhoudsopgave
Advertenties
8.4.2 Periodeduur- frequentiemeting
Een periode is de tijd van een stijgende nuldoorgang van een signaal tot de
volgende stijgende nuldoorgang.
1)
Schakel de ingangskoppeling op GND en de triggersoort op AUTO.
2)
Breng met de verticale positie-insteller de straal boven op de midden-
lijn.
3)
Schakel de ingangsgevoeligheid op 5 V/DIV en verbind de sonde met
het te meten object. Zet de gebruikte ingangskoppeling op positie AC.
4)
Zet de VOLT/DIV-schakelaar op een positie waarbij de grootste
afbuiging op het scherm bereikt wordt.
5)
Verstel de horizontale afbuiging (TIME/DIV) zodat een hele periode
afgebeeld wordt.
Afbeelding 8.4-2
6)
Verschuif met de horizontale positie-insteller de curve, zodat een
stijgende nuldoorgang van het signaal door een verticale rasterlijn, zo
dicht mogelijk aan de rand van het beeldscherm komt. In afbeelding
8.4-2 bedraagt de afstand tussen de twee opeenvolgende stijgende
nuldoorgangen 5,2 rasterdeeltjes.
7)
Voor een berekening van de periode spanning zijn meerdere
parameters van betekenis.
• op welke waarde is de tijdbasis (TIME/DIV) geschakeld?
• is de horizontale uitrekking geactiveerd (x10 MAG)?
Voorbeeld 1
De horizontaal-afbuiging is ingesteld op 5 µs/DIV, de horizontale fijne
insteller (SWP.VAR) staat op positie CAL. De periode bedraagt:
t = 5,2 DIV x 5 µs/DIV = 26 µs
32
Uit de periode kan de frequentie berekend worden. Hierbij bestaat de
volgende referentie: f = 1 / t. Voor het voorgaande voorbeeld betekend dit
een frequentie van:
f = 1 / 26 µs = 38462 Hz
Voorbeeld 2
De horizontaal-afbuiging is ingesteld op 1 µs/DIV, de horizontale fijne
insteller (SWP.VAR) staat op positie CAL. De horizontale uitrekking is
geactiveerd (x10 MAG-toets is ingedrukt). Het resultaat is hier:
t = (5,2 DIV x 1 µs/DIV) : 10 = 0,52 µs
f = 1 / 0,52 µs = 1923077Hz = 1,923 MHz
Voor een nauwkeurige aflezing is het beter om bij hoge signaalfrequenties
meerdere perioden te meten. In afbeelding 8.4-3 zijn 5 periodes 5,2 raster-
deeltjes lang. Bij een ingestelde tijdbasis van 1 µs en een geactiveerde x 10
MAG resulteert een periode in:
t = [(5,2 DIV x 1 µs/DIV) : 10] : 5 = 0,104 µs
f = 1 / 0,104 µs = 9,615385 MHz
Afbeelding 8.4-3
33
Advertenties
Inhoudsopgave
