AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A68) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met doelopsporing, stelt
de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Als de camera het hoofdonderwerp detecteert, stelt hij scherp
op dat onderwerp. Als het onderwerp scherp is, lichten de
scherpstelvelden (maximaal drie velden) die overeenkomen met
de grootte van het onderwerp, groen op.
Wanneer de camera menselijke gezichten herkent, stelt de
camera automatisch en met voorrang scherp op een van de
menselijke gezichten.
• Wanneer de camera geen hoofdonderwerp detecteert,
selecteert hij automatisch een of meer van de negen
scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is, lichten de
scherpstelvelden die scherp zijn (maximaal negen velden)
groen op.
B
Opmerkingen over AF met doelopsporing
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als hoofdonderwerp
bepaalt, variëren.
• Wanneer Witbalans is ingesteld op een andere instelling dan Automatisch, detecteert de camera het
hoofdonderwerp niet.
• De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het beeld op de monitor zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
1/250
1/250
F3.1
F3.1
Scherpstelvelden
1/250
1/250
F3.1
F3.1
Scherpstelvelden
75