• Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
- In de stand A (auto) selecteert de camera een of meer van de negen scherpstelvelden met
het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
- Wanneer Autom. scènekeuzekn. is geselecteerd, verandert het scherpstelveld afhankelijk
van het onderwerp dat de camera selecteert.
- In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret stelt de camera
scherp op het gebied in het midden van het beeld.
- In de onderwerpstand Dierenportret stelt de camera scherp op het gezicht van een dier
wanneer een dergelijk gezicht wordt gedetecteerd. Als geen gezichten van dieren worden
herkend, stelt de camera scherp op het gebied in het midden van het beeld.
• U hoort mogelijk het geluid van de scherpstelling van de camera.
B
Opmerkingen over gezichtsherkenning
• De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de
richting waarin de gezichten kijken. In de volgende situaties kan de camera mogelijk ook geen gezichten
detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
• Wanneer er meer dan één gezicht in het beeld voorkomt, bepalen diverse factoren, zoals de richting
waarin de gezichten kijken, welke gezichten door de camera worden herkend en het gezicht waarop de
camera scherpstelt.
• In enkele zeer uitzonderlijke gevallen, zoals beschreven in "Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
Autofocus" (A76), kan het onderwerp niet worden scherpgesteld hoewel de dubbele rand groen wordt
weergegeven. Als de camera niet scherpstelt, probeert u de opname te maken met
scherpstelvergrendeling (A77).
74