Een beschrijving (Helpscherm) van elk onderwerp weergeven
Selecteer het gewenste onderwerp in het
onderwerpselectiescherm en draai de zoomknop (A3) naar
g (j) om een beschrijving van dat onderwerp te bekijken. Om
terug te keren naar het oorspronkelijke scherm, draait u de
zoomknop weer naar g (j).
Eigenschappen van elk onderwerp
x Autom. scènekeuzekn.
• Wanneer u de camera op het onderwerp richt, selecteert de camera automatisch de optimale
onderwerpstand uit de volgende lijst en past de opname-instellingen dienovereenkomstig aan.
e: Portret, f: Landschap, h: Nachtportret, g: Nachtlandschap, i: Close-up, j: Tegenlicht,
d: Andere onderwerpen
• Het scherpstelveld is afhankelijk van de compositie van het beeld. Wanneer de camera een menselijk
gezicht detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht (A73).
• Wanneer de camera h (Nachtportret) selecteert, wordt de flitsstand vast ingesteld op invulflits met
trage synchronisatie en rode-ogenreductie (wanneer U (auto) is geselecteerd) en de camera legt
één beeld vast met een langere sluitertijd.
• Wanneer de camera g (Nachtlandschap) selecteert, is de flitsstand vast ingesteld op W (uit),
ongeacht de uitgevoerde instelling, en de camera legt één beeld vast met een langere sluitertijd.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de gewenste
onderwerpstand. In dit geval schakelt u naar de stand A (auto) (A26) of selecteert u de gewenste
onderwerpstand handmatig.
• Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
b Portret
• Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht (A73).
• Als geen gezichten worden herkend, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het
beeld.
• De camera stelt scherp zelfs wanneer de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. U hoort mogelijk het
geluid van de scherpstelling van de camera.
• De camera verzacht huidtinten van menselijke gezichten door de functie Huid verzachten toe te
passen (A55).
• Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
Eenvoudig panorama
41