Tabel 2-11
Problemen bij de installatie van hardware oplossen (vervolg)
De computer start niet op.
Oorzaak
Er zijn verkeerde geheugenmodules geïnstalleerd of er zijn
geheugenmodules op de verkeerde locatie geplaatst.
Het aan/uitlampje knippert vijf keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vijf geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
Oorzaak
Het geheugen is verkeerd geïnstalleerd of defect.
Het aan/uitlampje knippert zes keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort zes geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
Oorzaak
De grafische kaart is niet goed geïnstalleerd of defect, of de
systeemkaart is defect.
38
Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Oplossing
1.
Raadpleeg de documentatie bij de computer om te
controleren of u de juiste geheugenmodules gebruikt en
of deze modules op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
OPMERKING:
DIMM 1 moet altijd zijn geïnstalleerd.
2.
Let op de geluidssignalen en op de lampjes aan de
voorkant van de computer. Met knipperende lampjes en
geluidssignalen worden specifieke problemen
aangegeven.
3.
Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt
oplossen, neemt u contact op met een HP Business of
Service Partner.
Oplossing
VOORZICHTIG:
Verwijder het netsnoer van de computer
voordat u een DIMM-module opnieuw plaatst, verwijdert of
installeert, om schade aan de DIMM's of de systeemkaart te
voorkomen.
1.
Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2.
Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
OPMERKING:
DIMM 1 moet altijd zijn geïnstalleerd.
3.
Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4.
Vervang de systeemkaart.
Oplossing
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1.
Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw. Zet
de computer aan.
2.
Vervang de grafische kaart.
3.
Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
NLWW