De oplaadbare batterijen die de stroom leveren voor dit
product, moeten als klein chemisch afval worden
behandeld en kunnen mogelijk worden gerecycled. Kijk op
het label van de batterij om na te gaan welk type batterij u
gebruikt. Neem contact op met een lokaal recyclingbedrijf
of de gemeente als u wilt weten wat u moet doen met uw
afgedankte batterijen.
Waarschuwing: Gooi batterijen nooit in het vuur, want ze kunnen
exploderen
De batterij plaatsen
Gebruik alleen Motorola Original™-batterijen en -
accessoires voor de telefoon.
1
3
18 - Aan de slag
De telefoon inschakelen
Actie
1 Houd o 2 seconden
ingedrukt om de telefoon in te
schakelen.
2 Druk zo nodig op S om naar het gewenste
gebruikersaccount te bladeren. Druk vervolgens op de toets
om het account in de lijst (op de SIM-kaart) te selecteren.
KIES
3 Voer zo nodig de SIM-PIN-code in en druk op
kaart te ontgrendelen.
Let op: Als u driemaal achtereen een verkeerde PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart onbruikbaar en wordt het bericht
weergegeven.
SIM Geblokkeerd
4 Voer zo nodig uw slotcode van 4 cijfers in en druk op
de telefoon te ontgrendelen.
Tip: De slotcode is in eerste instantie ingesteld op 1234. Het
is mogelijk dat uw serviceprovider deze code wijzigt voordat
u de telefoon in bezit krijgt.
Het volume aanpassen
Druk op de bovenste of onderste
volumetoets als u:
• het volume van de luidspreker
tijdens een gesprek wilt
verhogen of verlagen
• het volume van de beltoon wilt
verhogen of verlagen wanneer het basisscherm wordt
weergegeven
20 - Aan de slag
2
om de SIM-
OK
om
OK
De batterij opladen
Nieuwe batterijen zijn bij levering gedeeltelijk opgeladen. Alvorens
de telefoon te gebruiken, moet u de batterij plaatsen en opladen
zoals hierna wordt beschreven. Sommige batterijen functioneren
pas optimaal na verschillende keren volledig te zijn ontladen/
opgeladen.
Actie
1 Steek de reislader in uw
telefoon met de
ontgrendeling naar boven.
2 Steek de andere stekker van de reislader in een geschikt
stopcontact.
3 Wanneer op de telefoon
Opladen voltooid
drukt u op de ontgrendeling en verwijdert u de reislader.
Tip: U kunt de reislader zonder problemen op de telefoon
aangesloten laten als de batterij volledig is opgeladen. Hierdoor zal
de batterij niet beschadigd raken.
Tip: als u het laagste volume hebt ingesteld, kunt u met één
druk op de onderste volumetoets overschakelen op een
trilsignaal. Als u nogmaals op deze toets drukt, schakelt u over
naar een stille melding. Druk op de bovenste volumetoets om
in omgekeerde volgorde terug te schakelen naar het trilsignaal
en de beltoon.
• het meldingssignaal van een inkomende oproep wilt
uitschakelen
Iemand opbellen
Zie pagina 31 voor informatie over het voeren van een
videogesprek.
Druk op
Om
1 de toetsen
een telefoonnummer te kiezen
2 n
het nummer te bellen
3 o
het gesprek te beëindigen en de telefoon
'op te hangen'
Opmerking: U kunt in noodgevallen alarmnummers bellen, zelfs
als de telefoon vergrendeld is of als er geen SIM-kaart is
geïnstalleerd (zie pagina 73).
Een oproep beantwoorden
Als u een oproep ontvangt, begint de telefoon te rinkelen en/of te
trillen en wordt op het beeldscherm een bericht weergegeven.
wordt aangegeven,
Aan de slag - 19
Aan de slag - 21