Nederlands
10 Storingen, oorzaken en oplossingen
Het oplossen van storingen, met name aan de
pompen of de regeling, mag uitsluitend
uitgevoerd worden door de Wilo-servicedienst of
door een gespecialiseerd bedrijf.
LET OP!
Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
dienen de algemene veiligheidsvoorschriften in
acht genomen te worden! Let ook op de inbouw-
Storing
Pomp start niet
Pomp wordt niet uitgeschakeld
28
Oorzaak
Netspanning ontbreekt
Hoofdschakelaar "UIT"
Waterpeil in breektank te laag, d.w.z.
watergebrekniveau bereikt
Watergebrekbeveiliging is geactiveerd
Watergebrekbeveiliging of druksensor
aan de toevoerzijde
Elektroden verkeerd aangesloten of
voordrukschakelaar verkeerd ingesteld
Toevoerdruk is hoger dan inschakeldruk
Afsluiter op de druksensor/
drukschakelaar gesloten
Inschakeldruk te hoog ingesteld
Zekering defect
Motorbeveiliging is geactiveerd
Vermogensrelais defect
Wikkelingskortsluiting in de motor
Sterk schommelende toevoerdruk
Toevoerleiding verstopt of geblokkeerd
Nominale doorlaat van de toevoerleiding
te klein
Verkeerde installatie van de
toevoerleiding
Lucht in de toevoer
Waaiers verstopt
Terugslagklep lek
Terugslagklep verstopt
Afsluiters in de installatie gesloten of niet
volledig geopend
Debiet te groot
Afsluiter aan de druksensor gesloten
en bedieningsvoorschriften van de pomp en het
regelsysteem, in het bijzonder bij het weergeven
van foutmeldingen op het display!
Hier weergegeven storingen zijn algemene
fouten. Bij het verschijnen van fouten op het
display van de frequentieomvormer of het
regelsysteem moeten de inbouw- en
bedieningsvoorschriften van deze apparaten in
acht worden genomen.
Oplossing
Zekeringen, kabels en aansluitingen
controleren
Hoofdschakelaar inschakelen
Toevoerarmatuur/toevoerleiding van de
breektank controleren
Toevoerdruk controleren
Controleren, indien nodig
watergebrekbeveiliging of druksensor
vervangen
Installatie of instelling controleren en
corrigeren
Instelwaarden controleren; indien nodig
corrigeren
Controleren; afsluitarmatuur openen
Instelling controleren en indien nodig
corrigeren
Zekeringen controleren en indien nodig
vervangen
Instelwaarden met pomp- en
motorgegevens controleren,
stroomwaarden meten; indien nodig
correct instellen, ook motor op defecten
controleren en indien nodig vervangen
Controleren en indien nodig vervangen
Controleren; indien nodig motor vervangen
of laten herstellen
Toevoerdruk controleren; indien nodig
maatregelen voor het stabiliseren van de
voordruk treffen (bijv. drukregelaar)
Toevoerleiding controleren; indien nodig
verstopping verhelpen of afsluitarmatuur
openen
Toevoerleiding controleren; indien nodig
doorsnede van de toevoerleiding vergroten
Toevoerleiding controleren; indien nodig
leidinginvoer wijzigen
Controleren; indien nodig leiding afdichten,
pompen ontluchten
Pomp controleren; indien nodig vervangen
of laten herstellen
Controleren; indien nodig afdichting
vervangen of terugslagklep vervangen
Controleren; indien nodig verstopping
verhelpen of terugslagklep vervangen
Controleren; afsluitarmatuur volledig
openen
Pompgegevens en instelwaarden
controleren en indien nodig corrigeren
Controleren; afsluitarmatuur openen
WILO SE 11/2020