4
De minuten lichten op. Stel met de pijltjestoets (op/neer) de minuten in. (Dit gaat sneller als u de toets ingedrukt
houdt.)
Als de 24-uurs tijdsaanduiding ingesteld is, ga dan met de pijltjestoets (rechts) naar "On/Off".
Als de AM/PM tijdsaanduiding ingesteld is, ga dan met de pijltjestoets (rechts) naar "AM/PM".
Zet met de pijltjestoets (op/neer) op "AM" of "PM".
Wanneer "AM/PM" ingesteld is, ga dan met de pijltjestoets (rechts) naar "On/Off".
Opmerking
De tijd wordt weergegeven volgens het formaat dat u heeft ingesteld. Raadpleeg [9. INSTELLING SUBMENU].
5
"On/Off" licht op. Kies met de pijltjestoets (op/neer) "On" of "Off".
Als u "On" geselecteerd heeft, gaat u met de pijltjestoets (rechts) naar de werkingsmodus.
Als u "Off" geselecteerd heeft, kan u de werkingsmodus en de temperatuur niet instellen.
6
De werkingsmodus licht op. Stel met de pijltjestoets (op/neer) de werkingsmodus in.
Als de werkingsmodus ingesteld is, gaat u met de pijltjestoets (rechts) naar de temperatuurinstelling.
Opmerking
De werkingsmodus is ingesteld op Cool, Dry, Heat of Auto. De combinatiemogelijkheden zijn beperkt.
Raadpleeg [6-3-2. Instelling werkingsmodus].
30