Op het scherm worden de ingestelde functies getoond via icoontjes. Niet ingestelde functies of ongeldige
instellingen komen niet op het scherm. Voor verdere details, raadpleeg de betreffende hoofdstukken.
Raadpleeg [7. FUNCTIE-INSTELLINGEN]
Raadpleeg [9. INSTELLING SUBMENU]
4-1-4. Instellingenmenu
Via dit menu kan u alle functies of werkingsmodi instellen. Selecteer met de pijltjestoets (links/rechts) en druk op
de entertoets. Nu komt u in het "Operation" scherm van elk menu.
Operation (Werkingsmodus)
Hier maakt u instellingen betreffende de werkingsmodi.
Raadpleeg [6. INSTELLING WERKINGSFUNCTIES].
Function (Functies)
Hier maakt u instellingen betreffende de functies.
Raadpleeg [7. FUNCTIE-INSTELLINGEN].
Schedule (Programma)
Hier maakt u programmainstellingen.
Raadpleeg [8. INSTELLING PROGRAMMASCHEMA'S].
13