Wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur op
elk moment met de daarvoor bestemde knop
veranderen.
Verwarmingscontrole
Zolang het apparaat opwarmt, verschijnt het symbool /
op het display.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het
symbool / de eerste keer verdwijnt.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt u de
opwarmtijd verkorten.
Gebruik Snel voorverwarmen alleen bij ingestelde
temperaturen van meer dan 100 °C.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
De functiekeuzeknop op ° zetten.
1.
Met de temperatuurknop een temperatuur van boven
2.
de 100 °C einstellen.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Op het display verschijnt het symbool °.
Zolang wachten tot er een signaal klinkt en het
3.
symbool ° verdwijnt.
Het snel voorverwarmen is beëindigd.
Plaats het gerecht in de binnenruimte.
4.
Verwarmingsmethode instellen.
5.
OTijdfuncties
U w apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
T i j d f u n c t i e s
Tijdfunctie
Gebruik
Wekker
De kookwekker functioneert als een eierwek-
Q
ker. Hij loopt onafhankelijk van de werking en
andere tijdfuncties en het apparaat wordt
hierdoor niet beïnvloed.
Bereidingstijd
Na afloop van een ingestelde tijdsduur eindigt
x
de werking automatisch.
Einde
Voer een tijdsduur en een gewenste eindtijd
y
in. Het apparaat start automatisch, zodat de
werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Tijd
De tijd instellen, bijv. na een stroomonderbre-
0
king, of wijzigen, bijv. van zomer- in wintertijd.
Na afloop van een tijdsduur of wekkertijd klinkt er een
signaal. U kunt het signaal voortijdig beëindigen door
op de toets 0 te tippen.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u instellen
hoelang een signaal klinkt. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 15
Aanwijzing: Stelt u een tijdfunctie in, dan is de
tijdsinterval langer naarmate de waarden hoger zijn.
Voorbeeld: U kunt een tijdsduur tot één uur op de
minuut precies en een langere duur op de 5 minuten
precies instellen.
Wekker instellen
De wekker kan zowel worden ingesteld wanneer het
apparaat in- als uitgeschakeld is. Hij heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
Tip: Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. Het apparaat
schakelt dan automatisch uit.
Toets 0 zo vaak indrukken tot het symbool Q
1.
gemarkeerd is.
Met toets ( en ) de wekkertijd instellen.
2.
– De toets ( voorgestelde waarde 5 minuten
– De toets ) voorgestelde waarde 10 minuten
De instelling wordt
automatisch overgenomen. Na enkele seconden
start de wekkertijd.
Tijdfuncties
nl
13