Afmetingen ........................................... 12 Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden Houd bij Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan, die u onder www.vega.com vindt en die met ieder instrument worden meegeleverd. In explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende voorschriften, conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sen- soren en de voedingsapparaten worden aangehouden. De sensoren mogen alleen op intrinsiekveilige stroomcircuits worden aangesloten. De toegestane elektrische specificaties zijn vermeld in de certificering.
Het gunstige stromingsprofiel veroorzaakt geen verandering aan de leidingdiameter en voorkomt daardoor wervelingen. De VEGAKON 61 meet aan de meettop de veldsterkte en is daarom ongevoelig voor afzettingen. De VEGAKON 61 kalibreert zichzelf automatisch en er is dus geen inregeling nodig.
Keuzecriteria Keuzecriteria VEGAKON Conductieve meetsonden EL Uitvoering EL 1 EL 3 EL 4 EL 6 EL 8 Compact Compact Staaf Staaf Staaf Kabel Staaf Staaf Meetsonden Aantal meetsonden 2 … 3 2 … 5 2 … 5 2 … 5 Tank Sondelengte tot 1 m –...
Montage Montage Schakelpunt Metalen silo Monteer de meetsonde zodanig, dat de staaf- of kabelelektroden de Wanneer de meetsonden zonder massa-elektrode worden gebruikt, tankwand tijdens bedrijf niet kunnen raken. moet u erop letten, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de tank elektrische geleidend is verbonden, om voldoende massa te Roerwerken waarborgen.
Sluit de voedingsspanning aan conform de navolgende aansluitsche- ma's. De elektronica met relaisuitgang is in veiligheidsklasse 1 uitge- voerd. Voor het aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut Fig. 7: VEGAKON 61 - elektronica met relaisuitgang noodzakelijk, dat de randaarde op de interne aardklem wordt aangeslo- Relaisuitgang ten.
Pagina 9
De kabelbreukbewaking is nodig bij meetsonden met toelating conform WHG of Ex. Fig. 13: Aanvullende elektronica voor kabelbreukbewaking in combinatie met Fig. 11: VEGAKON 61 - elektronica met transistoruitgang VEGATOR 131, 132 NPN-gedrag Aansluiting op klem 1 (massastaaf = langste staaf) PNP-gedrag Aansluiting op klem 2 (max.
20...72V DC max. 250V AC 5A 750VA 20...250V AC max. 250V DC 1A 54W KON E66R TEST TEST Fig. 14: Elektronica VEGAKON 61 R (relaisuitgang) Fig. 16: Elektronica VEGAKON 66 R (relaisuitgang) Typeplaat Aansluitklemmen Controlelamp (LED) Controlelamp (LED) Aansluitklemmen Draaischakelaar: instelling regelwaarde...
Pagina 11
Bediening Keuzeschakelaar: demping (4) Op het DIL-schakelaarblok bevinden zich drie schakelaars, waarmee u de in- en uitschakelvertraging kunt instellen. Daarmee kunt u bijvoor- beeld het continu schakelen van het instrument verhinderen, wanneer het niveau zich binnen het grenswaardebereik bevindt. De vertraging heeft betrekking op de schakeltoestand van de beide relaisuitgangen.