6 Installatie
Afb.23
Aansluiten luchttoevoer
6.6
Elektrische aansluitingen
36
6.5.9
S insteekdiepte 50 mm
1. Monteer de luchttoevoerleiding op de ketel.
2. Monteer de opvolgende luchttoevoerleidingen volgens de voorschrif
ten van de fabrikant.
Ø150 mm
AD-0000116-01
6.6.1
Voer de elektrische aansluitingen van de ketel uit volgens:
De voorschriften van de geldende normen.
De voorschriften van het algemene reglement betreffende elektrische in
stallaties (AREI).
De aanwijzingen van de met de ketel meegeleverde elektrische sche
ma's.
De aanbevelingen in deze handleiding.
Scheid de sensorkabels van de 230 V kabels.
Aansluiting luchttoevoer
Opgelet
De leidingen moeten luchtdicht en corrosiebestendig zijn.
De luchttoevoerleiding moet glad en afgebraamd zijn.
Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
De leidingen mogen niet steunen op de ketel.
Monteer de horizontale delen aflopend richting de luchttoevoer
uitmonding.
Aanbevelingen
Waarschuwing
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos wor
den uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
De ketel is volledig voorbedraad. Wijzig nooit de interne aanslui
tingen van het bedieningspaneel.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te sluiten.
7625112 - v.04 - 01022018