7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Gascircuit
Afb.41
Gasmeetpunt
7.3
Hydraulisch circuit
7.4
Elektrische aansluitingen
7.5
Procedure voor inbedrijfstelling
44
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet over
eenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan onder de ketel.
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt op de gasleiding.
Waarschuwing
Voor toegestane gasdrukken, zie: Toestelcategorieën, pagina 13
4. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt los te schroeven.
5. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende ont
lucht is.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
AD-0000121-01
1. Controleer de sifon, deze moet geheel gevuld zijn met schoon wa
ter.
2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel
aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt.
Zie
Aanpassing aan een ander type gas, pagina 0
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Schakel de spanning in met de aan/uit schakelaar van de ketel.
4. Stel de onderdelen (thermostaten, regeling) zodanig in dat er warm
te wordt gevraagd.
Het opstartprogramma begint en kan niet onderbroken worden.
Tijdens het programma worden alle segmenten van het display
even kort getoond.
7625112 - v.04 - 01022018