De projector inschakelen
Zat de computer of videoapparatuur die u wilt gebruiken aan nadat u de
projector hebt ingeschakeld.
a
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsingang van de projector en
steek de stekker in het stopcontact.
De projector gaat naar de stand-bymodus. Dit geeft aan dat de
projector stroom krijgt, maar nog niet is ingeschakeld.
b
Druk op de voedingsknop op de projector of op de knop [On] op de
afstandsbediening om de projector in te schakelen.
De lensklepje opent en het statuslampje knippert blauw terwijl de
projector bezig is met opwarmen. Zodra de projector is opgewarmd,
stopt het statuslampje met knipperen en wordt het blauw.
• Wanneer u de projector voor de eerste keer inschakelt, wordt
de eerste installatiewizard weergegeven. Geef de
scherpstellingsinstellingen, de projectierichting en de
a
taalinstellingen op met de pijl- en [Enter]-knoppen op het
bedieningspaneel of de afstandsbediening.
• De menuschermen van de projector worden standaard in het
zwart weergegeven. Alle instructies in deze handleiding
worden verklaard aan de hand van witte schermen, tenzij
anders vermeld. U kunt het kleurthema wijzigen in Menu
Kleur in het menu Weergeven van de projector.
Probeer het volgende als u geen geprojecteerd beeld ziet.
• Schakel de aangesloten computer of het video-apparaat in.
• Wijzig de schermuitgang van de computer wanneer u een laptop gebruikt.
• Plaats een dvd of andere videomedia en druk op Afspelen (indien nodig).
• Druk op de knop [Source] op de projector.
• Druk op de afstandsbediening op de knop voor de gewenste videobron.
Waarschuwing
• Kijk nooit direct in de projectorlens wanneer de lichtbron aan is. Dit kan schade
aan uw ogen veroorzaken en is vooral gevaarlijk voor kinderen.
• Wanneer u de projector van op een afstand inschakelt met behulp van de
afstandsbediening, moet u ervoor zorgen dat er niemand in de lens kijkt.
• Blokkeer tijdens de projectie het licht van de projector niet met een boek of
andere objecten. Als het licht van de projector wordt geblokkeerd, wordt het
gebied waarop het licht schijnt warm waardoor het kan smelten, verbranden of
vlam vatten. De lens kan ook warm worden door het gereflecteerde licht
waardoor de projector ook defect kan raken. Schakel de projector uit om de
projectie te stoppen.
Wanneer de instelling Dir. Inschakelen is ingesteld op Aan in het
menu Bewerking van de projector, wordt de projector ingeschakeld
a
zodra u deze aansluit. Houd ermee rekening dat de projector ook
automatisch wordt ingeschakeld na herstel van een stroomuitval.
31