Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
Definitie
/p"<poortnaam>" of
Specificeert de
/P"<poortnaam>"
printerpoort.
Er wordt een
netwerkpoort
gemaakt aan de
hand van de
standaard TCP/
IP-poortmonitor.
Voor een lokale
poort moet deze
poort op het
systeem bestaan
voor deze door
een opdracht
wordt
gespecificeerd.
Omschrijving
De printerpoortnaam kan
worden opgegeven als IP-
adres, hostnaam, lokale
USB-poortnaam,
IEEE1284-poortnaam of
netwerkpad.
Voorbeeld:
• /p"xxx.xxx.xxx.xxx"
waarin "xxx.xxx.xxx.xxx"
staat voor het IP-adres
van de netwerkprinter. /
p"USB001", /P"LPT1:", /
p"hostnaam"
• /p'\\computer_name
\shared_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\shared
_printer', waarbij
'\\computer_name\share
d_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\shared
_printer' het netwerkpad
naar de printer vormt
door twee slashes, de
computernaam of het
lokale IP-adres van de
pc die de printer deelt op
te geven, en de
gedeelde naam van de
printer.
Opdrachtregel
Definitie
/a"<dest_path>" of
Specificeert het doelpad
/A"<dest_path>"
voor de installatie.
Het doelpad
moet een volledig
gekwalificeerd
pad zijn.
/n"<Printernaam>"
Specificeert de
of /
printernaam. De
N"<Printernaam>"
printerinstantie zal
worden gemaakt
conform de opgegeven
printernaam.
Omschrijving
Aangezien
apparaatstuurprogramma's
geïnstalleerd moeten
worden op een voor het
besturingssysteem
specifiek pad, is deze
opdracht alleen van
toepassing op
toepassingssoftware.
Met deze parameter kunt u
naar wens printerinstanties
toevoegen.
381
3. Netwerkinstallatie