9
Opnemen van een ultrasone meting
Externe ultrasone sensoren dienen te worden aangesloten op de LEMO-connector met zwarte kraag.
Selecteer indien nodig de gewenste ultrasone sensor met behulp van de F1 knop.
Pas de versterkingsfactor aan door op de pijl omhoog en omlaag knoppen te drukken, totdat de
aanpassing versterkingsindicator verdwijnt.
Pas het volume van de hoofdtelefoonuitgang aan zoals gewenst door op de pijl links en rechts
knoppen te drukken.
9.1
Meting type: statisch of dynamisch
Deze functionaliteit is beschikbaar op SDT270 toestellen met versies DD en DU. Voor instructies om
uw SDT270-versie te controleren, gaat u naar het hoofdstuk "Systeeminfo".
Druk op de F2 knop om volgend scherm te bekomen:
Kies met behulp van de pijl knoppen het "statisch" icoon en druk dan op de enter-knop om
het toestel in te stellen in statische meting modus.
Kies met behulp van de pijl knoppen het "dynamisch" icoon en druk dan op de enter-knop
om het toestel in te stellen in dynamische meting modus.
9.2
Meting-instellingen
Druk op de F3 knop om het menu met meting-instellingen te openen.
Selecteer en pas de inzameltijd aan met behulp van de pijl omhoog en omlaag knoppen.
De inzameltijd is instelbaar van 0 tot 60 seconden.
De RMS, Max RMS, Peak en Crest Factor worden berekend over de totale inzameltijd.
Gebruik de F1 knop om de instellingen op te slaan als voorkeursconfiguratie.
Gebruik de F2 knop om de instellingen te laden die gekoppeld zijn aan de voorkeursconfiguratie.
Gebruik de F3 knop om terug te keren naar het ultrasone meetscherm, dat dan de gewijzigde
instellingen gebruikt. Merk op dat de voorkeursconfiguratie bij het drukken van de F1 knop en bij
heropstarten van de SDT270 wordt herladen.
DC.R270.MAN.005--10--SDT270-user-manual-NL.docx
16/62