INSTALLATEUR
INSTALLATEUR
3.8 Neutralisatie van de condens
NEUTRALISATIEKIT TYPE N2-N3
De neutralisatie-eenheden van het TYPE N2-N3 zijn ontworpen
voor installaties waarbij de verwarmingsinstallatie voorzien is
van een condensafvoerput die lager ligt dan de condensafvoer
van de ketel. Deze neutralisatie-eenheden moeten niet op het
elektriciteitsnet aangesloten worden.
Type
Maximaal geneutraliseerd
condensdebiet (liter/uur)
Afmeting (mm)
Hoeveelheid granulaat
Ø verbindingen
A
Het inlaatstuk (A) van de neutralisatie-eenheid (lager geplaatst)
moet met behulp van de flexibele leiding (C) (bij de eenheid ge-
leverd) op de condensafvoer van de ketel aangesloten worden.
Dit garandeert dat er geen verbrandingsproducten via de con-
densafvoerleidingen van de ketel kunnen ontsnappen.
Het uitlaatstuk (B) van de neutralisatie-eenheid (hoger ge-
plaatst) moet met behulp van een (niet-bijgeleverde) flexibele
leiding op de condensafvoerput van de verwarmingsinstallatie
aangesloten worden.
9
De condensafvoerput van de verwarmingsinstallatie moet
lager dan het aansluitstuk (B) van de neutralisatie-eenheid
geplaatst worden.
9
De gebruikte verbindingsleidingen moeten zo kort moge-
lijk, zo recht mogelijk en corrosiebestendig zijn. Bochten en
knikken bevorderen de obstructie van de leidingen, wat de
correcte afvoer van de condens verhindert.
Indien het noodzakelijk is de door de schoorsteen geproduceer-
de condens te neutraliseren, wordt aanbevolen de condensaf-
voeren van de ketel en de schoorsteen te verbinden met een
T-stuk en ze naar de ingang van de neutralisator te leiden.
9
Draai de buisklemmen op de juiste manier vast.
N2
54
420x300x240
640x400x240
25 kg
1"
C
NEUTRALISATIE-EENHEDEN TYPE HN2-HN3 (met pomp)
De neutralisatie-eenheden van het TYPE HN2 en NH3 zijn ont-
worpen voor installaties waarbij de verwarmingsinstallatie
voorzien is van een condensafvoerput die hoger ligt dan de
condensafvoer van de ketel.
De maximale drukhoogte die de pomp kan overwinnen is het
resultaat van zijn maximale opvoerhoogte min de weerstand
van de afvoerleiding. De pomp wordt aangestuurd door een
elektrisch niveaucontact.
N3
Deze neutralisatie-eenheden moeten op het elektriciteitsnet
aangesloten worden, waarvoor wij verwijzen naar de bij het
180
apparaat geleverde instructies. De elektrische aansluitingen
hebben de elektrische veiligheidsgraad IP54.
50 kg
Type
1" 1/2
Opgenomen elektrisch
vermogen (W)
Voeding (V~Hz)
B
Maximaal geneutraliseerd
condensdebiet (liter/uur)
Afmetingen (mm)
Hoeveelheid granulaat
(kg)
Maximale opvoerhoogte
circulatiepomp (m)
Ø verbindingen
Het inlaatstuk (A) van de neutralisatie-eenheid (lager geplaatst)
moet met behulp van de flexibele leiding (C) (bij de eenheid ge-
leverd) op de condensafvoer van de ketel aangesloten worden.
Dit garandeert dat er geen verbrandingsproducten via de con-
densafvoerleidingen van de ketel kunnen ontsnappen.
Het uitlaatstuk (B) van de neutralisatie-eenheid (hoger ge-
plaatst) moet met behulp van een (niet-bijgeleverde) flexibele
leiding op de condensafvoerput van de verwarmingsinstallatie
aangesloten worden.
26
HN2
40
230 ~ 50
34
420x300x290
25
6
1" - 5/8"
A
C
HN3
45
230 ~ 50
90
640x400x320
50
4
1" 1/2 - 5/8"
B