8
Gasinstallatie
Gasflessen vervangen
Gasfles vervangen:
64
Bij het vervangen van de gasflessen niet roken en geen open vuur
ontsteken.
Na het vervangen van gasflessen controleren of er bij de aansluitpun-
ten geen gas uitloopt. Daarvoor de aansluiting met lekzoek-spray in-
spuiten. De toebehorenhandel biedt deze middelen aan.
Gasleiding zo aansluiten dat deze van de gasfles naar de regelaar
omhooggaat (zie Afb. 38).
Afb. 38
Correcte aansluiting van de
gasfles
Wanneer het groene controlelicht (Afb. 37,6) tijdens gebruik uitgaat en het
rode controlelicht (Afb. 37,5) gaat branden, is de bedrijfsfles leeg en moet
deze worden vervangen. Op de statusindicatie (Afb. 36,1) wordt de rode
markering weergegeven. De reservefles voorziet de gasverbruikers verder
van gas.
Een lege gasfles kan ook vervangen worden terwijl apparaten op gas in ge-
bruik zijn.
◼
Draaiknop (Afb. 36,6) een halve slag draaien in de richting van de gas-
fles die op dat moment wordt gebruikt. Die gasfles wordt dan de bedrijfs-
fles en de lege gasfles wordt de reservefles. De markering van de sta-
tusindicatie (Afb. 36,1) verandert van rood in groen.
◼
Hoofdafsluitkraan (Afb. 36,5) op de lege gasfles sluiten. Let op de rich-
ting van de pijl.
◼
Gasslang van de lege gasfles schroeven (in de regel linkse schroef-
draad).
◼
Bevestigingsriemen losmaken en lege gasfles uitnemen.
◼
Gevulde gasfles in de gaskast zetten en met de bevestigingsriemen
vastzetten.
◼
Gasslang op gevulde gasfles aansluiten (in de regel linkse schroef-
draad).
◼
Hoofdafsluitkraan op de gasfles openen.
◼
Slangbreukbeveiliging (Afb. 36,4) activeren. Hiervoor slangbreukbeveili-
ging ca. 5 seconden lang indrukken.
3401119 - 04/23 - EHG-0041-01NL