8
Gasinstallatie
Constructie van de
installatie
Crashsensor
Slangbreukbeveiliging
Eis-Ex
62
Het gebruik van apparaten op gas tijdens de rit is in heel Europa toege-
staan, als het voertuig is uitgevoerd met een gasdrukregelaar met crashsen-
sor en hogedrukslangen met slangbreukbeveiliging.
Afb. 36
Gasdrukregelaar DuoControl CS
1
Statusindicatie bedrijfsfles/reservefles (groen/rood)
2
Gasfilter
3
Hogedrukslang
4
Slangbreukbeveiliging
5
Hoofdafsluitkraan gasfles
6
Draaiknop voor omschakeling van bedrijfsfles naar reservefles
7
Schroefkap (testaansluiting)
8
Gele resetknop van de crashsensor
9
Omschakelventiel met crashsensor
De DuoControl-regelaar bestaat uit een omschakelventiel met crashsensor
(Afb. 36,9). De DuoControl-regelaar is tussen de hogedrukslangen
(Afb. 36,3) met slangbreukbeveiliging (Afb. 36,4) gemonteerd. Met de draai-
knop (Afb. 36,6) op het omschakelventiel kan worden bepaald welke gasfles
als bedrijfsfles en welke als reservefles wordt gebruikt.
De statusindicatie (Afb. 36,1) geeft de status van de gasvoorziening weer:
⚫
Groen: Het gas komt uit de bedrijfsfles.
⚫
Rood: Het gas komt uit de reservefles.
Gebruik met slechts één gasfles is toegestaan, maar in dat geval moet de
open aansluiting met een schroefkap (Afb. 36,7) worden afgesloten.
De crashsensor sluit de gastoevoer af bij heftige schokken (bijv. een onge-
val). De crashsensor kan in gebruik worden genomen door de gele reset-
knop (Afb. 36,8) in te drukken.
De slangbreukbeveiliging (Afb. 36,4) sluit de gastoevoer af wanneer de aan-
gesloten slang breekt.
De DuoControl-regelaar kan verwarmd worden (Eis-Ex). Wanneer op het
bedieningspaneel wintergebruik is ingesteld, wordt de DuoControl-regelaar
automatisch verwarmd. Zo kan in de winter storing van de gasinstallatie
door ijsvorming vermeden worden.
3401119 - 04/23 - EHG-0041-01NL