7
Wonen
7.4.3
Sluiten:
Openen:
48
Verduistering bestuurderscabine met stoffen gordijn
(standard)
Voor het begin van de rit de verduistering bestuurderscabine verwijde-
ren en veilig opbergen.
Afb. 18
Hoedenplank
◼
Verduistering bestuurderscabine uit de bovenkast in de bestuurdersca-
bine nemen.
◼
Verduistering bestuurderscabine met drukknop aan een van de twee
B-stijlen bevestigen.
◼
Verduistering bestuurderscabine aan dezelfde voertuigzijde aan de
hoedenplank bevestigen. Hiertoe de lus van de verduistering bestuur-
derscabine om de rand (Afb. 18,1) van de hoedenplank (Afb. 18,2) leg-
gen en met drukknoppen bevestigen.
◼
Flappen van de verduistering bestuurderscabine over beide zonne-
schermen (Afb. 18,3) schuiven.
◼
Verduistering bestuurderscabine aan tegenoverliggende voertuigzijde
ook aan de hoedenplank bevestigen. Hiertoe de lus van de verduistering
bestuurderscabine om de rand van de hoedenplank leggen en met druk-
knoppen bevestigen.
◼
Verduistering bestuurderscabine met drukknop aan de tweede B-stijl
bevestigen.
◼
Verduistering bestuurderscabine van alle bevestigingspunten losmaken
en verwijderen.
◼
Verduistering bestuurderscabine in de bovenkast in de bestuurdersca-
bine opbergen.
1
Rand
2
Hoedenplank
3
Zonnescherm
3401119 - 04/23 - EHG-0041-01NL