Probleem
Defecte display; display gaat aan en
uit.
Slangdisplay toont OA bij het
opstarten.
Display reageert niet overeenkomstig
met de drukken op de knop.
Geen slangverwarming.
Lage slangverwarming.
3A2536G
Oorzaak
Lage spanning.
Slechte displayaansluiting.
Displaykabel beschadigd of
aangetast.
Displaykabel is niet geaard.
Verlengkabel display is te lang.
VTS losgekoppeld of niet
geïnstalleerd.
Slechte displayaansluiting.
Displaykabel beschadigd of
aangetast.
Lintkabel op displayprintplaat
losgekoppeld of verbroken.
Kapotte displayknop.
Losse elektrische aansluitingen van
slang.
De stroomonderbreker is defect.
Slangzone niet ingeschakeld.
A en B-richttemperaturen zijn te
laag.
Defecte temperatuurregelmodule.
A en B-richttemperaturen zijn te
laag.
Richttemperatuur van de slang is te
laag.
Stroom is te hoog.
Lage stroom; VTS niet
geïnstalleerd.
De verwarmingszone van de slang
is niet lang genoeg ingeschakeld.
Losse elektrische aansluitingen van
slang.
Probleemoplossing
Oplossing
Controleer of de ingangsspanning binnen
de specificaties valt, zie pagina 37.
Controleer de kabelaansluitingen, zie
pagina 37. Vervang de beschadigde
onderdelen.
Maak de kabelaansluitingen schoon;
vervang de kabel als deze beschadigd is.
Aard de kabel, pagina 38.
Mag niet langer zijn dan 100 ft (30,5 m)
Controleer de correcte installatie van de
VTS (zie bedieningshandleiding) of pas
de VTS aan aan de gewenste
stroominstelling.
Controleer de kabelaansluitingen, zie
pagina 37. Vervang de beschadigde
onderdelen.
Maak de kabelaansluitingen schoon;
vervang de kabel als deze beschadigd is.
Sluit de kabel goed aan (pagina 37) of
vervang hem.
Vervang, zie pagina 37.
Controleer de aansluitingen. Herstellen
indien nodig.
Zet de onderbrekers (CB1 of CB2)
terug, zie pagina 35.
Druk op
zone
Controleer. Verhoog indien nodig.
Open behuizing. Controleer of LED van
het paneel knippert. Zo niet, controleer
dan de stroomaansluitingen om er
zeker van te zijn dat de module stroom
heeft. Als het paneel stroom heeft en de
LED knippert niet, vervang dan de
module, zie pagina 27.
Verhoog de A- en B-richttemperaturen.
De slang is ontworpen om de
temperatuur te behouden, niet om ze te
verhogen.
Controleer. Indien nodig verhogen om
warm te houden.
Kleinere mengkamer gebruiken. De
druk verlagen.
VTS installeren, zie
bedieningshandleiding.
Laat de slang opwarmen, of verwarm
de vloeistof voor.
Controleer de aansluitingen. Herstellen
indien nodig.
toets.
19