E05: Oververhitting
controlepaneel
OPMERKING: Elke module heeft een
temperatuursensor op de printplaat. De verwarming
wordt uitgeschakeld als de temperatuur van de module
hoger is dan 185°F (85°C) binnen de module van het
verwarmingsapparaat.
1. Controleer of de ventilator boven de elektrische
behuizing werkt.
2. Controleer of de deur van de elektrische behuizing
correct geïnstalleerd is.
3. Controleer of obstructies de koelgaten in de bodem
van de elektrische behuizing blokkeren.
4. Maak de koelvinnen achter de regelmodules van
het verwarmingsapparaat schoon.
5. De omgevingstemperatuur kan te hoog zijn. Laat de
Reactor afkoelen alvorens deze te verplaatsen naar
een koudere locatie.
E06: Communicatiekabel niet
aangesloten
1. Koppel de kabel die de regelmodule van het
verwarmingsapparaat verbindt met de
verwarmingsmodule los en sluit deze opnieuw aan.
2. Vervang de communicatiekabel als het probleem
blijft bestaan.
3A2536G
Diagnosecodes in verband met
de communicatie
E30: Kortstondig
communicatieverlies
Communicaties tussen de display en het controlepaneel
van de motor of de temperatuurregelmodule zijn
kortstondig verloren gegaan. Wanneer de communicatie
verbroken is, zal de overeenkomstige display normaal
E99 tonen. Het overeenkomstige controlepaneel zal
E30 registreren (de rode LED zal 30 keer knipperen).
Als de communicatie hersteld is, kan de display de E30
tonen gedurende een kortere periode (niet meer dan
ongeveer 2 seconden). E30 mag niet continu getoond
worden, tenzij er een verbroken verbinding is die ervoor
zorgt dat de display en de kaart continu de
communicatie verliezen en herstellen.
Controleer alle bedrading tussen de display en het
controlepaneel.
E99: Communicatieverlies
Communicatie tussen de display en de
temperatuurregelmodule is verbroken. Wanneer de
communicatie onderbroken is, zal de display E99 tonen.
1. Controleer alle bedrading tussen de display en de
temperatuurregelmodule. Let goed op de draadkrimp
op plug J13 voor de temperatuurweergave en de
connector voor de controlemodule.
Stap 2 meet de lijnspanning en moet uitgevoerd
worden door een gekwalificeerd elektricien. Als de
werkzaamheden niet goed uitgevoerd zijn, kan dit
elektrische schokken of andere ernstige letsels
veroorzaken.
2. Meet de inkomende spanning naar de module (deze
moet ~ 230 Vac zijn).
3. Als het slechts 1 poot van de 230 Vac ontvangt, dan
kan het paneel oplichten, en nog goed functioneren.
Corrigeer het binnenkomende spanningsprobleem.
DataTrak-diagnosecodes
13