Druk op de knop voor Adaptieve Cruise
Control of de knop voor laterale
ondersteuning om Lane Centring uit te
schakelen. Bij gebruik van de knop voor
laterale ondersteuning bevestigt u de vraag
die wordt weergegeven in het
instrumentenpaneel met OK wanneer het
systeem actief is of in de modus stand-by
staat.
N.B.: Lane Centring wordt uitgeschakeld bij
elke contactcyclus.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer het Lane Centring-systeem is
ingeschakeld, verandert de kleur van de
lamp om de status van het systeem aan
te geven.
U kunt het systeem op elk moment
onderdrukken door de auto te besturen.
N.B.: Voordat u het Lane Centring-systeem
kunt inschakelen, moet aan de juiste
voorwaarden zijn voldaan. Zie Vereisten
assistentie midden rijstrook (bladzijde
273).
Assistentie midden rijstrook in- en
uitschakelen
1.
Druk op Functies op het
aanraakscherm.
2. Druk op Bestuurdersassistentie.
3. Druk op Cruise Control.
4. Druk op Adaptieve Cruise Control.
5. Druk op Lane Centring Assist.
WAARSCHUWINGEN
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
Tourneo Custom/Transit Custom (TTU) Vehicles Built From: 12-06-2023 Vehicles Built Up To: 22-10-2023, CG3964nlNLD nlNLD, Edition date: 202304, First-Printing
Adaptieve Cruise Control
275
Wanneer het systeem actief is en een tijd
geen stuuractiviteit detecteert,
waarschuwt het systeem u dat u de
handen op het stuurwiel moet houden. Als
u niet gepast reageert op de
waarschuwingen, wordt de adaptieve
snelheidsregeling met Lane Centring
geannuleerd en wordt de auto afgeremd
tot stationair toerental terwijl de controle
over het stuur wordt behouden. Zie
Assistentie midden rijstrook
automatisch annuleren (bladzijde 275).
Het systeem waarschuwt u ook als de auto
rijstrookmarkeringen overschrijdt zonder
dat enige stuuractiviteit wordt
gedetecteerd.
N.B.: Het systeem kan losjes vasthouden
van of lichte aanraking op het stuurwiel
detecteren alsof u zonder handen rijdt.
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK AUTOMATISCH
ANNULEREN
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
Wanneer het systeem wordt geannuleerd
omwille van externe omstandigheden en
uw handen op het stuurwiel rusten, klinkt
een geluidssignaal en wordt een
waarschuwing weergegeven in het
instrumentenpaneel.
Wanneer het systeem wordt geannuleerd
omwille van externe omstandigheden en
uw handen niet op het stuurwiel rusten,
waarschuwt het systeem u onmiddellijk
de controle over het voertuig weer over te
nemen. Als deze waarschuwing wordt
genegeerd, wordt het systeem onmiddellijk
actief en worden de remmen vrijgezet en
vertraagt het systeem het voertuig met
behoud van de stuurbekrachtiging wanneer
er rijstrookmarkeringen beschikbaar zijn.
Als er geen rijstrookmarkeringen
beschikbaar zijn, komt het voertuig tot
stilstand.