Inhoudsopgave
Advertenties
Lane Centring wordt alleen ingeschakeld
wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan:
•
Adaptieve snelheidsregeling met Lane
Centring wordt ingeschakeld in uw
informatie- en entertainmentscherm.
Zie Assistentie midden rijstrook in-
en uitschakelen (bladzijde 274).
•
U hebt adaptieve snelheidsregeling
met stoppen en vertrekken
ingeschakeld en ingesteld.
•
De stuursensor detecteert uw handen
op het stuurwiel.
•
Het systeem detecteert beide
rijstrookmarkeringen wanneer u op een
rechte weg rijdt.
•
De auto rijdt in eerste instantie in het
midden van de rijstrook, tussen twee
zichtbare rijstrookmarkeringen.
N.B.: Als het systeem geen geldige
rijstrookmarkeringen detecteert, blijft het
systeem stand-by totdat geldige
markeringen beschikbaar zijn.
BEPERKINGEN ASSISTENTIE
MIDDEN RIJSTROOK
Beperkingen bij Adaptieve Cruise Control
gelden ook voor Lane Centring, tenzij
anderszins vermeld of in tegenspraak met
beperkingen voor Lane Centring. Zie
Beperkingen Adaptieve Cruise Control
(bladzijde 264).
Lane Centring werkt wellicht niet correct
onder de volgende omstandigheden:
•
De rijstrook is te smal of te breed.
•
De bocht in de weg is te krap.
•
Het systeem detecteert niet de
minimaal vereiste rijstrookmarkeringen
of wanneer rijstroken worden
samengevoegd of gesplitst.
Tourneo Custom/Transit Custom (TTU) Vehicles Built From: 12-06-2023 Vehicles Built Up To: 22-10-2023, CG3964nlNLD nlNLD, Edition date: 202304, First-Printing
Adaptieve Cruise Control
274
•
Wanneer de stuurinzet die nodig is om
in het midden van de rijstrook te blijven
rijden de limiet van het lane
centring-systeem overschrijdt.
•
Wanneer u in gebieden rijdt die nog in
aanbouw zijn of bij
wegwerkzaamheden.
•
Als de camera op de voorruit en/of de
radar voor zijn geblokkeerd.
•
Bij gebruik van een reservewiel.
•
Slechte weersomstandigheden,
inclusief maar niet beperkt tot harde
wind, zware regenval en mist.
•
Rijden tegen direct zonlicht in.
•
Wanneer er aanpassingen aan het
stuursysteem zijn gedaan, inclusief
wijzigingen aan het stuurwiel.
•
Wanneer u een aanhanger trekt.
Zie Voorzorgsmaatregelen assistentie
midden rijstrook (bladzijde 273).
N.B.: De stuurassistentie van het systeem
is beperkt en volstaat wellicht niet in alle
rijsituaties en/of -omstandigheden, zoals
bij rijden in scherpe bochten of met hoge
snelheid in bochten rijden.
N.B.: In uitzonderlijke omstandigheden kan
het systeem afwijken van het midden van
de rijstrook.
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK IN- EN
UITSCHAKELEN
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
De bediening bevindt zich op het stuurwiel.
Zorg dat beide systemen actief
zijn met behulp van de knoppen
E362891
voor Adaptieve Cruise Control en
laterale ondersteuning. Lane
Centring wordt ingeschakeld
E144529
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
