U kunt ook het IP-adres aan de printer toewijzen bij het installeren van de print drivers met de
installatiewizard. Wanneer u de netwerkinstallatiefunctie gebruikt, en het Get IP Address
(IP-adres ophalen) is ingesteld op DHCP of DHCP/AutoIP op de bedieningspaneelmenu's, dan
kunt u het IP-adres instellen van 0.0.0.0 tot het gewenste IP-adres op het selectievenster van de
printer.
De IP-instellingen verifiëren
De volgende procedure gebruikt Windows 7 als een voorbeeld.
Opmerking:
De rapporten en lijsten worden allemaal afgedrukt in het Engels.
1. Druk de System Settings (Systeeminstellingen) pagina af.
2. Kijk onder de IPv4-kop op de System Settings (Systeeminstellingen) pagina om zeker te zijn dat
het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres juist zijn.
Om te verifiëren of de printer actief is in het netwerk, dient u het pingcommando uit te voeren in uw
computer:
1. Klik op Start, en selecteer Search programs and files (Programma's en bestanden
zoeken).
2. Voer cmd in, en druk vervolgens op de Enter toets.
Er verschijnt een zwart venster.
3. Voer ping xx.xx.xx.xx in (waarbij xx.xx.xx.xx het IP-adres is van uw printer), en druk
vervolgens op de Enter toets.
4. Een antwoord van het IP-adres betekent dat de printer actief is op het netwerk.
Zie ook:
"Controleren en afdrukken van de System Settings (Systeeminstellingen) pagina" op pagina 48
Controleren en afdrukken van de System Settings (Systeeminstellingen)
pagina
Druk de System Settings (Systeeminstellingen) pagina af en controleer het IP-adres van uw printer.
AL-MX200 Series
Gebruikershandleiding
Printeraansluiting en software-installatie
48