Advertenties
4. Selecteer Network (Netwerk), en druk vervolgens op de
5. Selecteer TCP/IP, en druk vervolgens op de
6. Selecteer IPv4, en druk vervolgens op de
7. Selecteer Get IP Address (IP-adres ophalen), en druk vervolgens op de
8. Selecteer Panel (Bedieningspaneel), en druk vervolgens op de
9. Druk op de
(Back)-toets en zorg ervoor dat Get IP Address (IP-adres ophalen) is
geselecteerd.
10. Selecteer IP Address (IP-adres), en druk vervolgens op de
11. Voer de waarde in van het IP-adres via het numerieke toetsenbord.
12. Druk op de
toets.
13. Herhaal stappen 11 en 12 om alle cijfers van het IP-adres in te voeren, en druk dan op de
14. Druk op de
(Back)-toets en zorg ervoor dat IP Address (IP-adres) is geselecteerd.
15. Selecteer Subnet Mask (Subnetwerkmasker), en druk vervolgens op de
16. Voer de waarde in van het subnetmasker via het numerieke toetsenbord.
17. Druk op de
toets.
18. Herhaal stappen 16 en 17 voor het instellen van het subnetmasker en druk dan op de
19. Druk op de
(Back)-toets en zorg ervoor dat Subnet Mask (Subnetwerkmasker) is
geselecteerd.
20. Selecteer Gateway Address (Gateway-adres), en druk vervolgens op de
21. Voer de waarde in van het gatewayadres via het numerieke toetsenbord.
22. Druk op de
toets.
23. Herhaal stappen 21 en 22 voor het instellen van het gatewayadres en druk dan op de
24. Zet de printer uit en weer aan.
AL-MX200 Series
toets.
toets.
toets.
toets.
Printeraansluiting en software-installatie
Gebruikershandleiding
toets.
toets.
toets.
toets.
toets.
toets.
toets.
46
Advertenties
