8
Numeriek toetsenbord
9
Redial/Pause toets
10
Speed Dial toets
11
(Clear All) toets
12
(Energy Saver) toets/LED
13
(Print) toets/LED
14
(Fax) toets/LED
15
LCD-paneel
16
(Back) toets
17
Toets
18
Address Book toets
19
# toets
20
C (Wissen) toets
21
Data LED
22
Error LED
23
(Start) toets
24
(Stop) toets
Opmerking:
❏ Het selecteren van een ander menu of terugkeren naar een voorgaand scherm annuleert de huidige
invoer of instelling. Zorg ervoor dat u op de
slaan.
❏ Voor meer informatie over het invoeren van alfanumerieke tekens via het numerieke toetsenbord,
zie "Het numerieke toetsenbord gebruiken" op pagina 346.
AL-MX200 Series
Voert tekens en nummers in.
Belt opnieuw een telefoonnummer.
Voegt een pauze in tijdens het bellen.
Belt naar een opgeslagen telefoonnummer.
Stelt de huidige instelling opnieuw in en keert terug naar het
bovenste niveau van elk servicemenu.
Gaat branden in slaapmodus. Druk op deze toets voor het af‐
sluiten van de slaapmodus.
Gaat naar het bovenste niveau van het Print (Afdruk)-menu.
Gaat naar het bovenste niveau van het Fax-menu.
Geeft verschillende instellingen, instructies en foutmeldingen
weer.
Keert terug naar het vorige scherm.
Bevestigt het invoeren van waarden.
Door te drukken op deze toets op het Fax menu, verschuift het
bovenste niveau van het Phone Book (Telefoonboek) menu.
Voert tekens in "(spatie) & ( )".
Wist tekens en nummers.
Gaat branden voor taken die inkomen, uitgaan of in behandeling
zijn.
Gaat branden als de printer een foutstatus heeft.
Start een taak.
Annuleert de huidige verwerking of taak in behandeling.
toets drukt om de huidige invoer of instelling op te
Gebruikershandleiding
Basisbewerking
29