9.2.2 Instelling van de drogingparameters
Bediening
De toets MENU drukken, de bibliotheek wordt
geopend.
Opmerking:
In de regel P00 verschijnt het laatst gebruikte
programma.
Met de navigatietoetsen ( )
"Programmanummer" kiezen.
De toets drukken, het keuzevenster voor
programmaparameters verschijnt.
De paramaters worden met de navigatietoetsen (
) gekozen.
1. Naam
De toets drukken, het actuele menupunt blinkt.
De gewenste naam invoeren:
De tekens worden met de toetsen gekozen.
De positie links/rechts wordt met de toetsen
gekozen (elke keer blinkt de actieve positie).
De ingevoerde gegevens met de toets PRINT
bevestigen, met de volgende parameters omgaan als
onderaan beschreven.
2. Profiel
Hier wordt het juiste opwarmingsprogramma gekozen, de drogingtemperatuur
en –tijd ingevoerd.
MLS_C-BA-nl-1330
Aanduiding
59