KERN MLS_C Versie 3.0 11/2013 Gebruiksaanwijzing Elektronische vochtbepaler Inhoudsopgave TECHNISCHE GEGEVENS ................5 1.1 Afmetingen ............................ 6 OVERZICHT VAN HET APPARAAT ..............7 2.1 Toetsenbordoverzicht ........................8 2.2 Overzicht aanduidingen (tijdens de meting) ................9 BASISOPMERKINGEN (ALGEMENE INFORMATIE)........10 3.1 Gebruik volgens bestemming ....................10 3.2 Afwijkend gebruik ........................
Pagina 3
6.5 Randapparatuur aansluiten ....................... 17 6.6 Eerste ingebruikname ........................ 17 6.7 Bediening van de weegschaal met behulp van PS toetsenbord........... 18 MENU ........................ 18 7.1 Navigatie in het menu: ....................... 20 GEBRUIKERSMENU ..................23 8.1 P1 Kalibratie (ijken)........................24 8.2 P2 DPL (Goede labpraktijk) ......................
Pagina 4
GEGEVENSUITGANG .................. 78 12.1 Bevelen voor afstandsbediening ..................79 ONDERHOUD, BEHOUDEN VAN WERKPRESTATIE, VERWIJDEREN ..80 13.1 Reinigen ..........................80 13.2 De zekering vervangen ......................82 13.3 Onderhoud, behouden van werkprestatie ................82 13.4 Verwijderen ..........................82 HULP BIJ KLEINE STORINGEN ..............83 CONFORMITEITVERKLARING ..............
1 Technische gegevens Gegevens MLS 50-3C infrarood straler (400 W) Type straler Temperatuurbereik max: 160°C Maximale last (Max.) 50 g Afleesbaarheid (d) 1 mg Nauwkeurigheid van aanduidingen bij inweeg 0,01% <1,5 g Nauwkeurigheid van aanduidingen bij inweeg 0,001% >1,5 g Aanbevolen kalibratiegewicht 50 g (F1)
• Automatisch 1(uitschakelen bij wijziging van de weegwaarde < 1 mg binnen 10 s) Uitschakelingcriteria • Automatisch 2 (uitschakelen bij wijziging van de weegwaarde <1 mg binnen 25 s) • Automatisch 3 (uitschakelen bij wijziging van de weegwaarde <1 mg binnen 60 s) •...
2 Overzicht van het apparaat Pos. Naam Opwarmingsdeksel Kijkvenster Infrarood straler Schaal voor monsters Windscherm Greep voor uitnemen Aanduiding Toetsenbord Regelingsvoet MLS_C-BA-nl-1330...
KERN (www.kern-sohn.com). De controlegewichten en weegschalen kan men snel en goedkoop ijken in een kalibratielaboratorium van de firma KERN geaccrediteerd door DKD (Deutsche Kalibrierdienst) (terugzetten naar de norm geldende in bepaald land).
Vóór plaatsen aanzetten weegschaal dient gebruiksaanwijzing nauwkeurig te lezen, ook indien u al ervaring met KERN weegschalen hebt. Gevaar tijdens en na de meting Alle constructieonderdelen correct monteren, zie hoofdstuk 6.2. De monsters voorzichtig afnemen. Het monster zelf, de opwarmingseenheid en de schaal voor monsters kunnen nog zeer warm zijn.
Pagina 12
VOORZICHTIG Tijdens de werking van vochtbepaler ontstaat de warmte! Om warmteblokkering te voorkomen dient rond het toestel voldoende vrije ruimte te worden gehouden (afstand tot het toestel 20 cm, van boven 1m). Warmteafvoer nooit bedekken, verstoppen, dichtplakken. Geen brandbaar materiaal op, onder of naast het toestel leggen omdat de omgeving van het toestel zeer warm wordt.
5 Vervoer en opslag 5.1 Controle bij ontvangst Onmiddellijk na ontvangst van het pakket controleren of er geen zichtbare beschadigingen aanwezig zijn, hetzelfde betreft het toestel na het uitpakken. 5.2 Verpakking/ retourvervoer Alle delen van de originele verpakking dienen te worden behouden voor het geval van eventueel retourvervoer.
Pagina 14
Tegen wegglijden of beschadigen beveiligen MLS_C-BA-nl-1330...
6 Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De vochtbepaler is op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Op de plaats van installatie dient men volgende regels op te volgen: Van directe nabijheid brandbaar materiaal en materiaal met explosiegevaar verwijderen.
6.2 Uitpakken en installeren De vochtbepaler voorzichtig uit de verpakking halen, plastic zakje uitnemen en het apparaat in een aangegeven werkplek plaatsen. De vochtbepaler wordt in een gedeeltelijk gedemonteerde toestand geleverd. Direct na de uitpakking dient gecontroleerd te worden of de levering compleet is en de afzonderlijke constructieonderdelen dienen volgens de tekening te worden gemonteerd.
Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan de weegschaal worden aangepast, mogen met de weegschaal worden gebruikt. 6.6 Eerste ingebruikname Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dienen ze een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie “Opwarmingstijd”,...
6.7 Bediening van de weegschaal met behulp van PS toetsenbord. Dankzij de PS toetsenbord is mogelijk cijfers en teksten sneller en makkelijker in te voeren. Toetsenbord PS Toetsenbord Weegschaaltoetsenbord PS Toetsenbord 7 Menu Het menu is verdeeld in gebruikersmenu en operatormenu. Het gebruikersmenu wordt met de toets F geactiveerd en het operatormenu door het drukken van de MENU toets.
Pagina 19
Datum/tijd P3 01 Datumformaat M/D/J; D/M/J P3 02 Tijdformaat 12 uur; 24 uur P3 03 Tijd P3 04 Datum P3 05 Tijd aflezen ja/nee P3 06 Datum aflezen ja/nee Aanduiding P4 01 Filter zeer langzaam; langzaam; standaard; snel; zeer snel P4 02 Automatisch op nul zetten ja/nee P4 03 Temperatuur...
7.1 Navigatie in het menu: Bediening/afleeseenheid Beschrijving: Het wordt menuoverzicht afgelezen Operatormenu P7 02 Bibliotheek van de programma’s “aan” (zie hoofdstuk 9.2.1): De weegschaal geeft de mogelijkheid om 100 verschillende drogingprogramma’s op te slaan. De gerede programma’s kunnen van de bibliotheek worden opgevraagd en gestart.
Pagina 21
De gekozen instelling bevestigen door de toets te 29.12.04 Setup Setup drukken, op de display verschijnt het submenu. Wijziging van functies en parameters Beweging en invoer van gegevens in het menu gebeurt met behulp van de navigatietoetsen. Wijziging van de parameterkeuze binnen één functie of de waarde vergroting/-vermindering van gekozen cijfer/getal gebeurt met de toetsen ...
Pagina 22
De ingevoerde wijzigingen worden opgeslagen eerst nadat in de weegmodus wordt teruggekeerd en het opslagproces als hieronder wordt uitgevoerd. Meermaals de toets ESC drukken, het verschijnt de vraag of de instellingen dienen te worden opgeslagen. 29.12.04 Einstellungen Save setup ? [Enter/Esc] Door de toets PRINT te drukken worden de ingevoerde wijzigingen opgeslagen.
8 Gebruikersmenu De toets F drukken, het hoofdmenu verschijnt: 29.12.04 Setup alibration 1. Menunummer (P1–P9) P2 GLP P3 D ate/Time 2. Menunaam P4 Readout Cursor (►) wijst op actuele menupunt P5 RS-232 Printouts Globals Met de toets (►) de gewenste instelling kiezen. De cursor (►) naar beneden verschuiven, door de toets...
8.1 P1 Kalibratie (ijken) Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gekalibreerd op de plaats van installatie).
Pagina 25
Het kalibratiegewicht voorzichtig in het midden van de monsterschaal plaatsen, de toets PRINT drukken. Na succesvolle kalibratie wordt automatisch naar het menu terug gekeerd. Door de toets ESC te drukken, wordt de kalibratie onderbroken. 29.12.04 Setup Setup Indien de kalibratiefout voorkomt of onjuiste kalibratiegewicht wordt gebruikt, verschijnt de foutmelding.
Pagina 26
Met de toets PRINT bevestigen of de keuze met de 29.01.08 Setup Setup toets ESC annuleren. Saveing... Aanbevolen: Zo mogelijk kalibratie uitvoeren door gebruik van het gewicht gelijk aan maximale weegschaalbelasting. Informatie betreffende controlegewichten kan in internet worden gevonden onder: http://www.kern-sohn.com. MLS_C-BA-nl-1330...
Pagina 27
03 Kalibratietest Hier wordt de afwijking ten opzichte van de laatste kalibratie. Het is enkel een controle, d.w.z. geen waarden worden gewijzigd. 29.12.04 Setup Setup Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “03 kalibratietest” kiezen. Einstellungen Calibration check Cear the pan De toets ...
Pagina 28
06 Temperatuurkalibratie Door deze functie is het mogelijk temperatuur van het toestel te meten. Het is enkel een controle, d.w.z. geen waarden worden gewijzigd. Het wordt aanbevolen om de temperatuurwaarde van het apparaat af en toe te controleren met een optionele set voor temperatuurkalibratie MLB-A12. Het apparaat dient daarvoor voor afkoelen te worden gelaten minimum 3 uur lang van de laatste opwarmingsfase.
Pagina 29
Temperatuurkalibratie starten: Het opwarmingsdeksel sluiten en temperatuur kalibratie doorvoeren als hieronder omschreven. Met de ON/OFF toets de digitale thermometer van de set voor temperatuurkalibratie inschakelen. Temperatuurkalibratie starten: Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “06 test van de droogkamer” kiezen. De toets ...
Pagina 30
Afdrukvoorbeeld KERN YKB-01N: Terug naar de weegmodus: Meermaals de toets ESC drukken zodat de vraag “SAVE? (Opslaan?)” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen of de keuze met de toets ESC annuleren MLS_C-BA-nl-1330...
Pagina 31
04 Temperatuurkalibratie Set voor temperatuurkalibratie voorbereiden/installeren, zie hoofdstuk “06 Temperatuurkalibratie”. Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “04 29.12.04 Setup Setup Temperatuurkalibratie” kiezen. De toets drukken. Kalibratie wordt gestart. Setup Setup 29.01.08 Temperature calibration 1 point 14:59 Setup Setup 29.01.08 Na 8 minuten is de temperatuurkalibratie van het Temperature calibration...
Pagina 32
Na 8 minuten is de temperatuurkalibratie van het 3 Setup Setup 29.01.08 punt voltooid en luidt een akoestisch signaal. Temperature calibration Set temp. value [°C] 3 point 00:00 De temperatuuraanduiding vergelijken met de Setup Setup 29.01.08 temperatuurwaarde op de externe thermometer Temperature calibration Set temp.
Pagina 33
05 Raportafdruk In dit menupunt kan de functie van kalibratiegegevensafdruk worden geactiveerd. Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “05 29.12.04 Setup Setup Raportafdruk” kiezen. De toets drukken, de actuele menupunt blinkt. Met de navigatietoetsen ( ) de gewenste instelling kiezen.
8.2 P2 DPL (Goede labpraktijk) In de systemen van kwaliteitsverzekering worden protocollen van weegresultaten en de correcte weegschaalkalibratie vereist met opgave van datum en tijd als ook identificatienummer van de weegschaal. Ze worden het makkelijkst verkregen door een aangesloten printer. Bepaling van het standaardprotocol: Bediening Aanduiding...
Pagina 35
Alle instellingen die afgedrukt worden, dienen te worden geactiveerd door de optie “1 / ja”. Voorbeeld 1: Instelling Afdruk Afdruktijd Date : 18.01.13 Afdrukdatum Time : 10:41:13 Afdruk van de User : Mustermann gebruiker Project : AB/007 Afdruk van het project Balance no.
8.3 P3 Datum/tijd Met behulp van deze punt wordt de afdrukwijzen en datum- en tijdformaat bepaald. Bediening Aanduiding 29.12.04 Setup alibration De menupunt “P3 Datum/tijd” opvragen (zie P2 GLP P3 D ate/Time hoofdstuk 7.1). P4 Redout P5 RS-232 De toets drukken. Printouts Globals 01 Datumformaat...
Pagina 37
03 Tijd Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt Setup 29.12.04 “03 Tijd” kiezen. P 3 01 Date format DA/M O/YR Time format 2 4 S td . Time Func tion De toets drukken. ******** Date Func tion ******** Disp.
05/06 Tijd/datum op de display aflezen Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt Setup 29.12.04 “05/06 Tijd/datum aflezen” kiezen. P 3 01 Date format DA/M O/YR Time format 2 4 S td . Time Func tion De toets drukken, de actuele menupunt blinkt. ******** Date Func tion...
Pagina 39
02 Automatisch op nul zetten Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “02 29.12.04 Setup Setup Automatisch op nul zetten” kiezen. De toets drukken, de actuele menupunt blinkt. Met de navigatietoetsen ( ) een van de volgende instellingen kiezen: 0 Afwijkingen van de nulaanduiding worden niet automatisch getarreerd.
8.4.1 P5 RS-232 Met deze menupunt kan de interface instelling worden afgelezen. Bediening Aanduiding Setup alibration De menupunt “P5 RS-232” opvragen (zie hoofdstuk P2 GLP P3 D ate/Time 7.1). P4 Redout P5 RS-232 De toets drukken. Printouts Globals 01–08 Met de navigatietoetsen (...
8.4.2 P6 Afdruk Met deze menupunt kunnen 5 verschillende soorten van gegevensafdruk worden bepaald: Bediening Aanduiding De menupunt “P6 Afdruk” opvragen, zie hoofdstuk. Setup 7.1). alibration P2 GLP De toets drukken. P3 D ate/Time P4 Redout P5 RS-232 Printouts Globals 01 Afdruknummer Met de navigatietoetsen (...
Pagina 42
Voorbeeld in de drogingmodus: ------------------- Start drying------------------- Program nb : 1 Name : Floar 100 Profile : Standard Dry temp. : 120 °C Switch off : Automatical 3 Koptekst Result : Moisture contents - %M Printout int : 30 s Target : None T.
Pagina 43
Tekst invoeren: • max: 640 tekens • 80 regels • 8 tekens per regel De in elke regel ingevoerde tekst wordt met de toetst PRINT bevestigd. Na invoeren van de volledige tekst de toets ESC drukken, het verschijnt de vraag of de instellingen dienen te worden opgeslagen.
Pagina 44
Variabelen van de afdruk Afdruk van één teken “/” (d.w.z. om één teken / af te drukken, dienen twee tekens // te worden ingevoerd) CRLF (carriage return line feed) Terugkeer van de drager (begin van de regel), volgende regel CR (carriage return) Terugkeer van de drager (begin van de regel) LF (line feed) Volgende regel...
Pagina 45
Max mass can not exceed 11.250 g! Parameternummer Tekst 20 Tekst 10 21 Tekst 11 22 Tekst 12 23 Tekst 13 24 Tekst 14 25 Tekst 15 Voorbeeld 2: Kern & Sohn GmbH Date: Time: Weight: *****Signature:..***Actuele modus*** Parameternummer Tekst 26 Tekst 16 &...
Pagina 46
Voorbeelden van tekstinvoer in de weegmodus: Keuze van de parameters: Koptekst – Afdruk 2 (menupunt “P6 01 Koptekstnummer”) Meetwaarde – Afdruk 3 (menupunt “P6 01 Koptekstnummer”) Voettekst – Afdruk 4 (menupunt “P6 01 Voetteksttnummer”) Afdruk 2 Afdruk 3 Afdruk 4 * tekenreeks = tekst Afdruk: Start of the measurement...
9 Operatormenu - vochtbepaling Om de door de operator gedefinieerde drogingprocessen door te voeren is het mogelijk 100 verschillende drogingsprogramma’s in het toestel op te slaan. De gerede programma’s kunnen van de bibliotheek worden opgevraagd en gestart (zie hoofdstuk 9.2). In het volgende hoofdstuk wordt de instelling van drogingparameters omschreven zonder de bibliotheek van de programma’s te gebruiken.
9.1.2 Instelling van de drogingparameters. Voor elk drogingproces in het menu kan je volgende parameters instellen: • opwarmingsprofielen (temperatuur, tijd), • uitschakelingcriterium • eenheid van afgelezen resultaat; • cyclus van gegevensafdruk. Bediening Aanduiding Met de toets MENU het operateurmenu te activeren De eerste menupunt “Profielen”...
Pagina 50
De toets PRINT drukken, het wordt naar het menu teruggekeerd. Hier kunnen volgende drogingparameters worden afgelezen. Terug naar de weegmodus: Meermaals de toets ESC drukken zodat de vraag “SAVE?” Opslaan?) verschijnt”. Met de toets PRINT bevestigen of de keuze met de toets ESC annuleren. 2.
Pagina 51
Gedefinieerd Het gewicht kan van 0 t/m 10 mg in stappen elke 0,1 mg en van 5 t/m 175 in stappen elke 5s worden ingesteld. De toets drukken, de cursor (►) wijst op instelbare parameters. De toets opnieuw drukken, de actuele instelling blinkt.
Pagina 52
De toets PRINT drukken, het wordt naar het menu teruggekeerd. Hier kunnen volgende drogingparameters worden afgelezen. Terug naar de weegmodus: Meermaals de toets ESC drukken zodat de vraag “SAVE?” (Opslaan?) verschijnt”. Met de toets PRINT bevestigen of de keuze met de toets ESC annuleren. Het resultaat aflezen Hier wordt de eenheid van het meetresultaat gedefinieerd.
Pagina 53
Tabel 1: Het wordt de droge gehalte in het monster in %M: Vochtigheid percenten van het natte gewicht afgelezen (W = wet weight = begingewicht = 100%) Nat gewicht W – droog gewicht D M [0–100%] × 100% Nat gewicht W Het wordt de droge gehalte in het monster in %D: Droge gehalte percenten van het natte gewicht afgelezen...
4. Afdrukcyclus Hier wordt de cyclus ingesteld waarin de tussenresultaten worden afgedrukt. De toets drukken, de menupunt “Afdruktijd” verschijnt. De toets drukken. Met de navigatietoetsen ( ) kan afdrukcyclus van 1 Programm Ausdruckzeit s t/m 5 min worden gekozen of de optie "geen" waar 30 s de afdruk niet volgt.
Pagina 55
Bediening Aanduiding De toets START/STOP drukken. De greep voor afnemen met een lege schaal voor monsters op de greep van de schaal voor monsters leggen. De schaal voor monsters moet vlak op de schaalgreep liggen. De monstergreep altijd gebruiken. Daardoor is het mogelijk om veilig te werken en verbrandingen te voorkomen.
Pagina 56
Het monster op de schaal voor monsters leggen. Het deksel sluiten, het apparaat is gereed voor de meting. De droging wordt automatisch gestart nadat de weegschaal wordt gestabiliseerd. De drogingparameters kunnen op display worden afgelezen. MLS_C-BA-nl-1330...
Pagina 57
Met de toets M kan het meetresultaat op de display in verschillende eenheden worden afgelezen. Na voltooid drogen luidt een akoestisch signaal en het opwarmen wordt uitgezet. Het meetresultaat verschijnt op display in de ingestelde eenheid. Door de toets PRINT te drukken worden de gegevens door Het deksel openen en het monster met de greep interface RS 232 geprint:...
9.2 Vochtbepaling met gebruik van bibliotheek van programma’s Het toestel is van geheugen voor drogingprogramma’s voorzien! In dat geheugen (de bibliotheek) is het mogelijk om 100 drogingprocessen op te slaan. De gerede processen kunnen van de bibliotheek worden opgevraagd en gestart. 9.2.1 Bibliotheek van programma’s deactiveren Bediening Aanduiding...
9.2.2 Instelling van de drogingparameters Bediening Aanduiding De toets MENU drukken, de bibliotheek wordt geopend. Opmerking: In de regel P00 verschijnt het laatst gebruikte programma. Met de navigatietoetsen ( ) “Programmanummer” kiezen. De toets drukken, het keuzevenster voor programmaparameters verschijnt. De paramaters worden met de navigatietoetsen (...
Pagina 60
Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “Profiel” kiezen. De toets drukken. De toets opnieuw drukken, het actuele menupunt blinkt. Met de navigatietoetsen ( ) kunnen een van de volgende opwarmingsprogramma’s en de bijbehorende parameters worden gekozen. ...
Pagina 61
3. Drogingtemperatuur Hier kan de drogingtemperatuur opnieuw worden ingesteld. Door deze instelling wordt de drogingtemperatuur ingesteld in menupunt “Profiel” overgeschreven. ) navigatietoetsen ( menupunt “Drogingtemperatuur” kiezen. De toets drukken, de actueel ingestelde temperatuur blinkt. ) navigatietoetsen ( gewenste temperatuur invoeren. ingevoerde gegevens toets...
Pagina 62
) navigatietoetsen ( menupunt “Beëindiging” kiezen. De toets drukken, de actuele instelling verschijnt. De toets opnieuw drukken, het actuele menupunt blinkt. ) navigatietoetsen ( gewenste uitzetcriterium kiezen. Verdere details, hoofdstuk 9.1.2 “Uitzetcriterium”. ingevoerde gegevens toets PRINT bevestigen, met de volgende parameters omgaan als onderaan beschreven.
7. Het doelgewicht van het monster invoeren De gebruiker kan het doelgewicht van het monster met een tolerantiebereik invoeren. Na invoer is het mogelijk om gelijke monstergrootte bij elk drogingproces te gebruiken. Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “Monster” Program mbibliothek Program...
Pagina 64
8. De Correctiecoëfficiënt bepalen en invoeren Sommige materialen geven meer warmte terug dan naar buiten afgevoerd. Zwarte stoffen absorberen bijvoorbeeld warmte en op deze manier geven een foutief meetresultaat. Om een foutvrij meetresultaat te verkrijgen is een correctie vereist. Door de correctiecoëfficiënt te bepalen krijgt de gebruiker de mogelijkheid om met de set voor temperatuurkalibratie het verschil tussen de ingestelde temperatuur op de vochtbepaler en de feitelijk gemeten temperatuur van het onderzochte voorwerp te corrigeren.
Pagina 65
De bepaalde correctiecoëfficiënt invoeren: ) navigatietoetsen ( menupunt “Correctiecoëfficiënt” kiezen. De toets drukken, de actuele instelling blinkt. navigatietoetsen bepaalde correctiecoëfficiënt invoeren. De cijfers worden met de toetsen gekozen. De positie links/rechts wordt met de toetsen gekozen (elke keer blinkt de actieve positie).
Pagina 66
10. Drogingparameters printen Nadat een optionele printer aan het toestel wordt aangesloten, is het mogelijk om de ingestelde drogingparameters te printen. Met de navigatietoetsen ( ) de menupunt “Printen” kiezen. De toets drukken, de vraag “Programm drucken?” (Programma printen?) verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen, de drogingparameters worden geprint.
9.2.3 De drogingparameters opslaan Nadat alle drogingparameters worden ingesteld, de toets ESC drukken. vraag “Programm speichern?” (Programma opslaan?) verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen, de drogingparameters worden opgeslagen. Het toestel wordt terug naar de bibliotheek van de programma’s omgeschakeld. Indien men niet wenst de drogingparameters op te slaan, de toets ESC drukken.
Pagina 68
De toets START/STOP drukken. De greep voor afnemen met een lege schaal voor monsters op de greep van de schaal voor monsters leggen. De schaal voor monsters moet vlak op de schaalgreep liggen. De monstergreep altijd gebruiken. Daardoor is het mogelijk om veilig te werken en verbrandingen te voorkomen.
Pagina 69
Het monster op de schaal voor monsters leggen. 19/09/03 Vorbereitung 09:28:30 P ro b e vo rb ereiten S ch ließ en 5.041 Het deksel sluiten, het apparaat is gereed voor de meting. De droging wordt automatisch gestart nadat de weegschaal wordt gestabiliseerd.
Pagina 70
Met de toets M kan het meetresultaat op de display in verschillende eenheden worden afgelezen. Na voltooid drogen luidt een akoestisch signaal en het opwarmen wordt uitgezet. Het meetresultaat verschijnt op display in de ingestelde eenheid. Door de toets PRINT te drukken worden gegevens door...
10 De meetresultaten opslaan In het toestel is het mogelijk om de laatst doorgevoerde metingen (max. 100 metingen) op te slaan. Behalve het meetresultaat worden ook alle drogingparameters opgeslagen. Nadat in het geheugen 100 metingen worden opgeslagen, wordt de volgende meting (101) onder positie 99 opgeslagen.
Ingeval van de vochtbepaler KERN MLS dringt de straling in het monster binnen en wordt daar in warmte-energie omgevormd, de opwarming geschiedt van binnen naar buiten.
11.4 Het monster voorbereiden Voor de meting telkens enkel één monster voorbereiden. Op die manier kan de uitwisseling van vocht tussen het monster en de omgeving worden vermeden. Indien een groter aantal monsters tegelijk dient te worden voorbreid, dienen deze in een hermetische container te worden gelegd zodat ze in de opslagperiode niet veranderen.
11.5 Monstermateriaal Een goede vochtbepaling kan in de regel worden bereikt op monsters met volgende eigenschappen: een losse vaste stof in de vorm van korrels, poeder; thermisch stabiel materiaal dat makkelijk vocht geeft voor de vochtbepaling, vluchtig zonder toevoeging van speciale stoffen; vloeistoffen die naar een droge stof verdampen zonder een membraan te vormen.
11.7 Drogingtemperatuur Bij de instelling van de drogingtemperatuur dienen de volgende factoren worden overwogen: De oppervlakte van het monster: De vloeibare monsters en monsters die aangebracht kunnen worden vereisen in tegenstelling tot de monsters in de vorm van poeder en korrels, een kleinere oppervlakte voor de warmteoverdracht.
11.8 Omschrijving van de opwarmingsprofielen Vier opwarmingsprofielen zijn beschikbaar: • standaard drogen, • snel drogen, • zacht drogen, • stapsgewijs drogen. Standaard drogen Standaard drogen meest gebruikte droogproces. Deze soort verwarmingsmethode is geschikt voor de meeste stoffen. Zacht drogen Zacht drogen is bestemd voor de stoffen die een snelle verwarming met de stralers niet uithouden.
12.1 Bevelen voor afstandsbediening Bevelen Functie R CR LF Terug naar fabrieksinstellingen – reset PC CR LF Bevel van opvragen van de weegwaarde S CR LF Stabiele weegwaarde in de standaardeenheid versturen SI CR LF Onstabiele weegwaarde in de standaardeenheid versturen SU CR LF Laatste stabiele weegwaarde SUI CR LF...
13 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen Voordat met alle werkzaamheden wordt gestart verbonden met onderhoud, reinigen reparatie, dient toestel bedrijfsspanning te worden ontkoppeld. 13.1 Reinigen + De reinigingswerkzaamheden uitvoeren uitsluiten nadat het toestel is afgekoeld. Szalka na próbki Uchwyt szalki Uchwyt do wyjmowania Osłona przeciwwiatrowa Płyta podstawy osłony...
Pagina 81
De temperatuursensor reinigen Temperatuursensor Reinigen als eerder omschreven. De straler niet aanraken en niet beschadigen. MLS_C-BA-nl-1330...
+ De zekering vervangen, als getoond op de afbeelding 13.3 Onderhoud, behouden van werkprestatie Het toestel mag enkel door geschoolde en door de firma KERN gekeurde medewerkers worden bediend en onderhouden. Controleren of de weegschaal regelmatig gekalibreerd wordt, zie hoofdstuk “Toezicht over controlemiddelen”.
14 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Hulp: Storing Mogelijke oorzaak • Het toestel staat niet aan. De aanduiding brandt niet. • Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/ beschadigd).
Pagina 84
Foutmeldingen Omschrijving Error of control sum Fout van de gegevenstransmissie Error A/D Fout van de A/D (analoog-digitaal) omzetter Exceed range Buiten het weegbereik A/D Null Fout van de A/D (analoog-digitaal) omzetter A/D Full Fout van de A/D (analoog-digitaal) omzetter Tara/Zero outside the range Buiten het weegbereik Tara outside the range Buiten het weegbereik...
30.10.2013 ening Date Signature Plaats van uitgave 72336 Balingen Albert Sauter Place of issue KERN & Sohn GmbH Uitvoerend directeur Managing director KERN & Sohn GmbH, Ziegelei 1, D-72336 Balingen, Tel. +49-[0]7433/9933-0 , Internet: www.kern-sohn.com Fax +49-[0]7433/9933-149, E-mail: info@kern-sohn.com MLS_C-BA-nl-1330...