Inhoudsopgave
Advertenties
11.
Storing afvoer
23
Storing
24
ventilator
Minimale
temperatuur
25
drogen niet
bereikt
Te hoge
26
temperatuur
voorwassen
Te hoge
temperatuur
27
compartiment
Droogtemperat
28
uur is te hoog
Te hoge
29
temperatuur
tank 1
Storing sonde 1
30
compartiment
Storing sonde 2
31
compartiment
Storing sonde
32
drogen
Storing sonde
33
tank 1
Discrepantie
temperatuurson
34
des
compartiment
9/03/2023_COD.612054_HERZ.1.1_A4
Wordt geactiveerd als de magneetklep voor afvoer
langer dan de ingestelde limiet open is, als het
niveau van de wastank nog actief is (wastank niet
geledigd);
Diagnose actief als de parameter vertraging niet
gelijk is aan nul, voor de volgende situaties:
-
de drukschakelaar ventilator is niet actief, na het
verzenden van een opdracht voor de inschakeling
van de ventilator bij maximale snelheid;
-
de drukschakelaar ventilator is actief, na het
verzenden van een opdracht voor de
uitschakeling van de ventilator.
De aflezing van de drukschakelaar is onderhevig aan
de met de parameter gedefinieerde vertraging
De luchttemperatuur heeft nooit de minimale limiet
gedefinieerd door de parameter bereikt tijdens het
drogen met elektrische verwarming (of bereikt niet
het setpoint voor drogen als dit een waarde heeft
die lager is dan die gedefinieerd met de
parameter).
De temperatuur van de wastank is tijdens de
voorwasfase gestegen voorbij de met de parameter
ingestelde maximale limiet.
De temperatuur in de wastank overschrijdt de
limiet van 102°C (operationele limiet ter
bescherming tegen oververhitting).
De luchttemperatuur overschrijdt de limiet van 162°C
(operationele limiet ter bescherming tegen
oververhitting).
In de configuratie met tank 1 heeft de
luchttemperatuur in tank 1 de limiet van 100°C
overschreden (operationele limiet ter bescherming
tegen oververhitting).
Storing van de temperatuursonde 1 van de wastank
(regeling sonde)
Storing van de temperatuursonde 2 van de wastank
(sonde redundantie).
Storing van de luchttemperatuursonde (sonde
drogen).
In de configuratie met tank 1: storing
temperatuursonde in tank 1.
Wordt geactiveerd als de parameter met betrekking
de regeling is ingesteld op JA, alleen tijdens de
behandelingsfase en als aan alle volgende
omstandigheden wordt voldaan:
de temperatuur van de wastank is hoger dan de
a)
met de parameter ingestelde limiet
de sonde 2 van de wastank verschilt van sonde
b)
1 met een absolute waarde die groter is dan de
maximale limiet ingesteld met de parameter;
het verwarmingselement in de wastank is niet
c)
actief (de verwarmingselementen in de wastank
zijn uitgeschakeld of de stoomverwarming is
niet actief);
ALARMMELDINGEN
S
S
S
OP
S
S
S
S
S
S
S
S
Pagina 62
Advertenties
Inhoudsopgave
