Levelflex FMP51, FMP52, FMP54
10.6
Configuratie van een scheidingslaagmeting
Alleen instrumenten met de betreffende software-optie kunnen worden gebruikt voor de
scheidingslaagmeting. Deze optie wordt gekozen in de productstructuur: kenmerk 540
"Applicatiepakket", optie EB "Scheidingslaagmeting".
R
D
I
LN
L
I
16
Configuratieparameters voor scheidingslaagmeting
R = referentiepunt van de meting
E = Leeginregeling (= nulpunt)
F = Inregeling vol (= meetgebied)
LN = sondelengte
UP = Gemeten waarde bovenste laag
1.
Setup → Instrument-tag
Voer de identificatie voor het meetpunt in.
2.
Setup → Afstandseenheid
Kies afstandseenheid.
3.
Setup → Bedrijfsmodus
Kies de Optie Scheidingslaag.
4)
alleen zichtbaar voor instrumenten met "Scheidingslaagmeting"applicatiepakket
Endress+Hauser
D
L
UP
L
L
D
= Scheidingslaag afstand (afstand van het referentiepunt tot het
I
onderste medium)
L
= Scheidingslaag
I
D
= Afstand
L
L
= Niveau
L
4)
100%
DK
(
DC
)
1
1
DK (DC )
2
2
0%
Inbedrijfname (via het bedieningsmenu)
F
E
A0011177
55