Samenvatting van Inhoud voor Endress+Hauser Micropilot FMR50 PROFIBUS PA
Pagina 1
Deze handleiding is een beknopte handleiding en geen vervanging voor de bedieningshandleiding die hoort bij het instrument. Gedetailleerde informatie over het instrument is opgenomen in de bedieningshandleiding en de andere documentatie: Beschikbaar voor alle instrumentversies via: – Internet: www.endress.com/deviceviewer – Smartphone/tablet: Endress+Hauser Operations App...
Pagina 2
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Order code: XXXXX-XXXXXX Ser. no.: XXXXXXXXXXXX Ext. ord. cd.: XXX.XXXX.XX Serial number www.endress.com/deviceviewer Endress+Hauser Operations App A0023555 Endress+Hauser...
Belangrijke aanwijzingen betreffende het document Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Belangrijke aanwijzingen betreffende het document Symbolen 1.1.1 Veiligheidssymbolen Symbool Betekenis GEVAAR! Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden GEVAAR zal ernstig of dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Belangrijke aanwijzingen betreffende het document 1.1.4 Symbolen voor bepaalde typen informatie Symbool Betekenis Symbool Betekenis Toegestaan Voorkeur Procedures, processen of handelingen Procedures, processen of handelingen die zijn toegestaan. die de voorkeur hebben. Verboden Procedures, processen of handelingen Geeft aanvullende informatie.
De MWP is ook vermeld op de typeplaat. Time of Flight FieldCare Instelbare softwaretool voor instrumentconfiguratie en geïntegreerde plant asset management oplossingen DeviceCare Universele configuratiesoftware voor Endress+Hauser HART, PROFIBUS, FOUNDATION Fieldbus en Ethernet veldinstrumenten Device Type Manager Device Description voor HART-communicatieprotocol ε (DC waarde Relatieve diëlektrische constant...
Geregistreerd handelsmerk van de PROFIBUS User Organization, Karlsruhe, Germany Bluetooth® Het Bluetooth® woordmerk en de logo' s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Endress+Hauser gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van de respectievelijke eigenaren. Apple®...
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeer gebruik of gebruik niet conform de bedoeling. Verificatie bij grensgevallen: ‣ Voor speciale media en reinigingsmiddelen, zal Endress+Hauser graag behulpzaam zijn bij het verifiëren van de bestendigheid van de gebruikte materialen. Hiervoor wordt echter geen garantie of aansprakelijkheid geaccepteerd. Restrisico De elektronicabehuizing en de ingebouwde componenten zoals de displaymodule, hoofdelektronicamodule en I/O-elektronicamodule kunnen opwarmen tot 80 °C (176 °F)
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Fundamentele veiligheidsinstructies tijdens bedrijf door de wamteoverdracht vanuit het proces en het verliesvermogen van de elektronica. Tijdens bedrijf kan de sensor een temperatuur aannamen die dicht bij de temperatuur van het medium ligt. Gevaar voor brandwonden door warme oppervlakken! ‣...
2.5.1 CE-markering Het meetsysteem voldoet aan de wettelijke bepalingen van de geldende EG-richtlijnen. Deze zijn opgenomen in de EG-conformiteitsverklaring samen met de toegepaste normen. Endress+Hauser bevestigt het succesvol testen van het instrument met het aanbrengen van de CE-markering. 2.5.2 EAC-conformiteit Het meetsysteem voldoet aan de wettelijke bepalingen van de geldende EAC-richtlijnen.
) in: allee informatie over het meetinstrument wordt getoond. • Voer het serienummer van de typeplaat in de Endress+Hauser Operations App in of scan de 2-D matrixcode (QR-code) op de typeplaat met de Endress+Hauser Operations App: alle informatie over het meetinstrument wordt getoond.
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Opslag, transport Opslag, transport Opslagomstandigheden • Toegestane opslagtemperatuur: –40 … +80 °C (–40 … +176 °F) • Gebruik de originele verpakking. Transporteer het product naar het meetpunt LET OP De behuizing of de antennehoorn kan beschadigd raken of afbreken.
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie Montagevoorwaarden 6.1.1 Montagepositie • Aanbevolen afstand A van de wand tot de buitenrand van de nozzle: ~ 1/6 van de tankdiameter. Maar het instrument mag niet dichter dan 15 cm (5,91 in) bij de tankwand worden gemonteerd.
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie 6.1.2 Installatie in een tank Vermijd installaties (niveauschakelaars, temperatuursensoren, beugels, vacuümringen, verwarmingsspiralen enz.) in de stralingsbundel. Houd rekening met de stralingshoek → 18. A0018944 Endress+Hauser...
Indien de buitenwand van de tank is gemaakt van niet-geleidend materiaal (bijv. GRP), kunnen microgolven ook reflecteren op storende installaties buiten de tank (bijv. metalen leidingen (1), ladders (2), hekken (3), ...). Daarom mogen dergelijke storende installaties niet in de stralingsbundel komen. Neem contact op met Endress+Hauser voor meer informatie. Endress+Hauser...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie A0017123 6.1.5 Optimalisatie-opties • Afmetingen antenne Des te groter de antenne, des te smaller is de stralingshoek α en des te minder storingsecho' s treden op → 18. • Stoorecho-onderdrukking De meting kan worden geoptimaliseerd door elektronische onderdrukking van stoorecho' s .
Pagina 18
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 6.1.6 Stralingshoek A0016891 3 Relatie tussen de stralingshoek α, afstand D en stralingsbundeldiameter W De stralingshoek wordt gedefinieerd als de hoek α waarbij de energiedichtheid van de radargolven de halve waarde bereiken van de maximale energiedichtheid (3 dB-breedte).
• De tankhoogte moet tenminste H zijn (zie tabel). Betreft bijv. R134a, R227, Dymel 152a. Diëlektrische constantes van belangrijke media algemeen gebruikt binnen verschillende industrieën zijn opgesomd in de DC-handleiding (CP01076F) en in de Endress+Hauser "DC Values App" (beschikbaar voor Android en iOS). Endress+Hauser...
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 100% øD A0018872 Instrument A [mm (in)] B [m (ft)] C [mm (in)] H [m (ft)] FMR50 150 ( > 0,2 (0,7) 50 … 250 (1,97 … 9,84) > 0,3 (1,0) 5,91) Installatie in tank (vrije ruimte) 6.3.1...
Pagina 21
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie ° ° ° A0019434 Afhankelijk van de uitvoering van het instrument kan de markering een cirkel zijn of twee korte parallelle lijnen. Nozzlemontage Voor een optimale meting, moet de top van de antenne uit de nozzle steken. Dit wordt gerealiseerd met een nozzlehoogte tot H = 60 mm (2,36 in).
• Het nozzle-uiteinde moet glad zijn en vrij van onregelmatigheden. Indien mogelijk moet de rand zijn afgerond. • Een stoorecho-onderdrukking moet zijn uitgevoerd.. • Neem contact op met Endress+Hauser voor toepassingen met hogere nozzles dan in de tabel staan aangegeven. Schroefdraadaansluiting •...
Pagina 23
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie • Lijn de antenne verticaal uit op het productoppervlak. Als optie kan een variabele flensafdichting, die leverbaar is als accessoire, worden gebruikt voor de uitlijnen (zie Technische Informatie BA01048F, hoofdstuk "Accessoires"). • Een markering op de doorvoer maakt de uitlijning van de antenne mogelijk. Deze markering moet zo ver mogelijk op de tankwand worden uitgericht.
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Nozzlediameter D Maximale nozzlehoogte H 80 mm (3 in) 300 mm (11,8 in) 100 mm (4 in) 400 mm (15,8 in) 150 mm (6 in) 500 mm (19,7 in) 6.3.3 Hoornantenne met montagebeugel (FMR50) A0016865 ...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie Geschikte dikte van het tankdak: Doorstraalde materiaal PTFE Perspex DC / ε Optimale dikte 3,8 mm (0,15 in) 4,0 mm (0,16 in) 3,8 mm (0,15 in) 3,3 mm (0,13 in) Andere mogelijke waarden voor de dikte zijn veelvouden van de genoemde waarden (bijv. voor PE: 7,6 mm (0.3 in), 11,4 mm (0.45 in)
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA • Kies de hoornantenne zo groot mogelijk. Voor tussenmaten (bijv. 180 mm (7 in)) kies de eerstvolgend grotere antenne en pas deze mechanisch aan (voor hoornantennes) • Bij overgangen (bijv. bij gebruik van een kogelkraan of aangesloten buissegmenten), mag geen spleet overblijven groter dan 1 mm (0,04 in).
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie 6.5.1 Aanbevelingen voor de bypass-buis • Metaal (geen kunststof of emaille bekleding). • Constante diameter. • Kies de hoornantenne zo groot mogelijk. Voor tussenmaten (bijv. 95 mm (3,5 in)) kies de eerstvolgend grotere antenne en pas deze mechanisch aan (voor hoornantennes).
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA max. 350° 8 mm 8 mm A0032242 Maak de borgschroef met een steeksleutel los. Verdraai de behuizing in de gewenste richting. Zet de borgschroef vast (1,5 Nm voor kunststof behuizing; 2,5 Nm voor aluminium roestvrij stalen behuizing).
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Installatie 6.8.2 Verdraaien van de displaymodule A0036401 Trek de displaymodule uit met een voorzichtige, draaiende beweging. Verdraai de displaymodule in de gewenste positie: max. 8 × 45 ° in elke richting. Installeer de spiraalkabel in de spleet tussen de behuizing en de hoofdelektronicamodule en steek de displaymodule in het elektronicacompartiment tot deze vastklikt.
Installatie Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Controles voor de montage Is het instrument beschadigd (visuele inspectie)? Voldoet het instrument aan de meetpuntspecificaties? Bijvoorbeeld: • Procestemperatuur • Procesdruk (zie het hoofdstuk "materiaalbelastingscurves" in het document "Technische informatie") • Omgevingstemperatuurbereik • Meetbereik ...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting Aansluitvoorwaarden 7.1.1 Klembezetting Klembezetting 4-draads: 4-20 mA HART (90 … 253 V A0036519 9 Klembezetting 4-draads: 4-20 mA HART (90 … 253 V Aansluiting 4-20 mA HART (actief): klemmen 3 en 4...
Pagina 32
Elektrische aansluiting Micropilot FMR50 PROFIBUS PA VOORZICHTIG Voor het waarborgen van de elektrische veiligheid: ‣ Maak de randaardeverbinding niet los. ‣ Ontkoppel de voedingsspanning voordat de randaarde wordt losgemaakt. Sluit de randaarde aan op de interne aardklem (3) voordat de voedingsspanning wordt aangesloten.
Pagina 33
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Elektrische aansluiting Klembezetting PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus A0036500 10 Klembezetting PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus Zonder geïntegreerde overspanningsbeveiliging Met geïntegreerde overspanningsbeveiliging Aansluiting PROFIBUS PA / FOUNDATION Fieldbus: klemmen 1 en 2, zonder geïntegreerde overspanningsbeveiliging Aansluiting schakeluitgang (open collector): klemmen 3 en 4, zonder geïntegreerde...
Pagina 34
Elektrische aansluiting Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Blokdiagram PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus A0036530 11 Blokdiagram PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus Kabelafscherming; let op de kabelspecificatie Aansluiting PROFIBUS PA / FOUNDATION Fieldbus Meetinstrument Schakeluitgang (open collector) Endress+Hauser...
Pagina 35
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Elektrische aansluiting 7.1.2 Instrumentconnector Voor de versies met connector (M12 of 7/8"), kan de signaalkabel worden aangesloten zonder de behuizing te openen. Pinbezetting van de M12-connector Betekenis Signaal + Niet aangesloten Signaal - Aarde A0011175 Pinbezetting van de 7/8"-connector...
Elektrische aansluiting Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 7.1.3 Voedingsspanning PROFIBUS PA, FOUNDATION Fieldbus "Voedingsspanning, uitgang" "Goedkeuring" Klemspanning E: 2-draads; FOUNDATION Fieldbus, schakeluitgang • Niet-Ex 9 … 32 V G: 2-draads; PROFIBUS PA, schakeluitgang • Ex nA • Ex nA(ia) • Ex ic •...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Elektrische aansluiting Externe overspanningsbeveiligingsmodule HAW562 of HAW569 van Endress+Hauser zijn geschikt als externe overspanningsbeveiliging. Aansluiten van het meetinstrument WAARSCHUWING Explosiegevaar! ‣ Houd de geldende nationale normen aan. ‣ Voldoe aan de specificaties in de veiligheidsinstructies (XA).
Elektrische aansluiting Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 7.2.2 Aansluiten A0036418 12 Afmetingen: mm (in) Druk de kabel door de kabelwartel. Verwijder de afdichtring van de kabelwartel niet, teneinde een goede afdichting te waarborgen. Verwijder de kabelmantel. Strip de uiteinden van de aders over een lengte van 10 mm (0,4 in). Plaats adereindhulzen in geval van soepele aders.
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Elektrische aansluiting 7.2.3 Insteekveerklemmen Bij instrumenten zonder geïntegreerde overspanningsbeveiliging, wordt de elektrische aansluiting via insteekveerklemmen uitgevoerd. Massieve aders of soepele aders met adereindhuls kunnen direct in de klem worden gestoken zonder gebruik van de hendel, waarbij automatisch het contact wordt gemaakt.
Integratie in een PROFIBUS-netwerk Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Schroef het deksel van het aansluitcompartiment weer stevig vast. Draai de borgklem 90 ° linksom en zet de klem vast met 2,5 Nm (1,84 lbf ft) de inbussleutel (3 mm). Controle aansluiting ...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Integratie in een PROFIBUS-netwerk Instellen instrumentadres A0015686 14 Adresschakelaars in het klemmencompartiment 8.2.1 Hardware-adres Zet schakelaar 8 op "OFF". Stel het adres in met de schakelaars 1 t/m 7 volgens de tabel hierna. De adresverandering wordt na 10 seconden van kracht. Het instrument herstart automatisch.
Pagina 42
Integratie in een PROFIBUS-netwerk Micropilot FMR50 PROFIBUS PA A0015903 16 Voorbeeld van software-adressering: schakelaar 8 staat in positie "ON", het adres wordt gedefinieerd in het bedieningsmenu (Setup → Instrumentadres) Endress+Hauser...
In dat geval wordt geadviseerd, een reset naar de fabrieksinstellingen uit te voeren. DeviceCare is beschikbaar voor downloaden via www.software-products.endress.com. Voor de download is een registratie in het Endress+Hauser softwareportaal nodig. Endress+Hauser...
Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) 10.1 Display- en bedieningsmodule 10.1.1 Displayweergave User ABC_ DEFG HIJK LMNO PQRS TUVW A0012635 17 Weergave op de display- en bedieningsmodule bij lokale bediening Meetwaardeweergave (1 waarde groot) 1.1 Kopregel met tagnummer en foutsymbool (wanneer een fout aanwezig is)
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) 10.1.2 Bedieningselementen Toets Betekenis Minus-toets Voor menu, submenu Beweegt de markeringsbalk in een keuzelijst naar boven. A0018330 Bij de tekst- en getaleditor In het invoervenster: beweegt de markeringsbalk naar links (terug). Plus-toets Voor menu, submenu Beweegt de markeringsbalk in een keuzelijst naar beneden.
Pagina 46
Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 10.1.3 Contextmenu openen Met het contextmenu kan de gebruiker de volgende menu' s snel en direct vanuit het bedieningsmenu oproepen: • Setup • Weergave backup • Omh.curve • Toetsblokkering aan Openen en sluiten van het contextmenu De gebruiker is in het bedieningsmenu.
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) 10.2 Bedieningsmenu Parameter/submenu Betekenis Beschrijving Taal Definieert de bedieningstaal van het lokale display. Setup Wanneer aan alle parameters correcte waarden zijn toegekend, moet de meting in de regel compleet geconfigureerd zijn voor een standaardtoepassing.
Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) Micropilot FMR50 PROFIBUS PA 10.3 Ontgrendelen van het instrument Wanneer het instrument is vergrendeld, moet deze worden ontgrendeld voordat de meting kan worden geconfigureerd.. Zie voor details de bedieningshandleiding van het instrument: BA01124F (FMR50, PROFIBUS PA) 10.4...
Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) 10.5 Configuratie van een niveaumeting 100% A0016933 Setup → tagbeschrijving Voer de identificatie voor het meetpunt in. Setup → Instrumentadres Voer het busadres van het instrument in (alleen in geval van software-adressering).
Inbedrijfname (via het bedieningsmenu) Micropilot FMR50 PROFIBUS PA Setup → Volinregeling Voer de volafstand F in (afstand van het 0% tot het 100% niveau). Setup → Niveau Geeft het gemeten niveau L aan. 10. Setup → Afstand Toont de gemeten afstand van het referentiepunt R tot het niveau L..
Pagina 52
*71422283* 71422283 www.addresses.endress.com...