Installatie-accessoires
C
B
B
A Rookgasverzamelleiding
B Terugstroomblokkering (voor inbouw in de Vitodens)
C Eindstuk met sifon
Ontwerphandleiding
6.1 Plaatsing, montage
Plaatsingsvereisten voor gesloten werking (toesteltype B)
(Model B
en B
)
23
33
De Vitodens mag uitsluitend met gesloten werking in kamers worden
gebruikt die eventueel verontreinigd zijn met halogeenkoolwater-
stof, zoals kappersbedrijven, drukkerijen, chemische reiniging, labo-
ratoria enzovoort.
Bij twijfel contact met ons opnemen.
Wandtoestellen mogen niet in ruimten met veel stof worden
geplaatst.
De installatieruimte moet vorstvrij en goed geventileerd zijn.
In de installatieruimte moet een afvoer voor het condenswater en een
afblaasleiding voor de veiligheidsklep zijn.
De maximale omgevingstemperatuur van de installatie mag niet groter
zijn dan 35 °C.
Als deze instructies niet worden opgevolgd, vervalt de garantie voor
eventuele toestelschade die op één van deze oorzaken berust.
a Bij de montage in Oostenrijk moeten de van toepassing zijnde
veiligheidsvoorschriften van de ÖVGW-TR Gas (G1), ÖNORM,
ÖVGW, ÖVE en de lokale bepalingen worden nageleefd.
Installaties met meerdere ketels en rookgassystemen met over-
6
druk of onderdruk
Voor installaties met meerdere Vitodens-toestellen en een gescheiden
hydraulische integratie is een rookgascascade voor overdruk of onder-
druk (zie Ontwerphandleiding rookgassystemen voor Vitodens) of
voor elke ketel een eigen rookgasafvoer nodig.
Opstelruimte
Toegestaan:
■ Plaatsing van gastoestellen op dezelfde etage
■ Verblijfskamers met indirecte luchttoevoer
■ Nevenkamers met indirecte luchttoevoer (voorraadkamers, kelders,
werkkamers enzovoort)
■ Nevenkamers met openingen in de buitenmuur (toevoerlucht/
afvoerlucht 150 cm
2
of elk 2 × 75 cm
muur, tot 35 kW)
■ Zolderkamers, maar alleen bij een minimale hoogte van de schoor-
steen – 4 m boven de aansluiting (werking op onderdruk).
Niet toegestaan:
■ Trappenhuizen en gemeenschappelijke hallen; uitzondering: Een-
en meergezinswoningen met geringe hoogte (bovenkant vloer van
bovenste etage < 7 m boven het maaiveld)
■ Badkamers of toiletten zonder buitenraam met kokerontluchting
VIESMANN
52
(vervolg)
A
B
B
2
boven en beneden in dezelfde
■ Installatie met twee ketels
– Bestelnummer Z008 385
■ Installatie met drie ketels
– Bestelnummer Z008 386
■ Installatie met vier ketels
– Bestelnummer Z008 387
■ Kamers waarin explosieve of licht ontvlambare stoffen worden opge-
slagen
■ Mechanisch of via 1 koker ontluchte kamers.
De nationale brandvoorschriften moeten in acht worden geno-
men.
Aansluiting rookgaszijde
(voor meer informatie zie Ontwerphandleiding rookgassystemen voor
Vitodens)
Het verbindingsstuk met de schoorsteen moet zo kort mogelijk worden
uitgevoerd.
De Vitodens moet daarom zo dicht mogelijk bij de schoorsteen worden
geplaatst.
Speciale veiligheidsmaatregelen en bepaalde afstanden tot brandbare
voorwerpen, zoals bijvoorbeeld meubels, kartonverpakking en derge-
lijke hoeven niet in acht te worden genomen.
De Vitodens en het rookgassysteem overschrijden nergens een
oppervlaktetemperatuur van 85 °C.
Afzuigtoestellen
Bij installatie van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap,
afzuigtoestel enzovoort) moet erop worden gelet dat door de afzuiging
geen onderdruk in de stookruimte mag ontstaan. Bij gelijktijdige wer-
king met de Vitodens kan anders terugstroming van het rookgas ont-
staan. In dat geval moet een vergrendelingschakeling worden inge-
bouwd.
Veiligheidsinrichting voor de montageruimte
De Viessmann verwarmingsketels zijn volgens alle veiligheidstechni-
sche voorschriften getest, toegelaten en bijgevolg intrinsiek veilig. Niet
te voorziene externe invloeden kunnen in zeldzame gevallen leiden tot
het vrijkomen van schadelijk koolstofmonoxide (CO). Voor dat geval
raden wij het gebruik van een CO-bewaker aan. Deze kan als afzon-
derlijk accessoire worden besteld (bestelnr. 7499 330).
VITODENS