Montage
5.4 Machine monteren
5.3.3
Behuizingvoetsteunen (speciale uitvoering)
Let op dat de maat C bij de positie van de aansluitkast aan NDE-zijde (optie H08) van de EN
50347 kan afwijken.
Om de maat C volgens EN 50347 na te leven, moet u bij machines met dubbele of drievoudige
gaten aan de NDE-zijde het overeenkomstige aanschroefboorgat gebruiken.
5.4
Machine monteren
5.4.1
Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop
Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop:
● Stabiele vormgeving van de fundering
● Nauwkeurig uitrichten van de machine
● Correcte uitbalancering van de op het aseinde op te trekken delen
● Naleven van de trillingswaarden volgens ISO 10816‑3
5.4.2
Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen
5.4.2.1
Selectie van de kabels
● Gebruik voor de veilige bevestiging van de machine en voor de overdracht van de krachten
als gevolg van het draaimoment bevestigingsschroeven met ten minste sterkteklasse 8.8
volgens ISO 898‑1 indien niets anders is voorgeschreven.
● Bij de keuze van de bouten en de vormgeving van het fundament dient rekening te worden
gehouden met de maximaal voorkomende krachten in geval van storing, bijv. kortsluiting of
omschakeling van het net in tegenfase etc.
Indien gewenst, kunt u de waarden voor de funderingskrachten opvragen bij het
Service Center.
Zie ook
Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 141)
5.4.2.2
Horizontale bouwvorm met voeten
1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en
van de fabrikant van de koppeling.
2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen
parallel en zonder verspringing verlopen. Daardoor werden er tijdens het bedrijf geen
bijkomende krachten in op de lageringen.
56
Standaardmotoren AH 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A