5.4.4
Aangedreven elementen monteren
Balanceerkwaliteit
De rotor is statisch uitgebalanceerd. Bij aseinden met inlegspieën wordt het soort balancering
aangegeven door middel van een markering op het vermogensplaatje:
● Kenteken "H" betekent uitbalancering met halve inlegspie.
● Kenteken "F" betekent uitbalancering met een hele inlegspie.
● Kenteken "N" betekent uitbalancering zonder inlegspie.
Afbeelding 5-1
Aandrijfelementen optrekken
● Voorwaarden:
– De kopperling resp. het aangedreven element moet voor het specifieke geval van het
– Let op de gegevens van de fabrikant van de koppeling.
– Let op het juiste balanceertype van het afdrijfelement volgens het balanceertype van de
– Gebruik alleen klaar geboorde en gebalanceerde afdrijfelementen. Controleer de
● Optrekken:
– Om de aangedreven elementen voor het optrekken te verbreden, warmt u deze op. Kies
– Trek de aangedreven elementen alleen op en af met geschikte inrichtingen. Trek het
– Om de lagering niet te beschadigen, moet u hamerslagen vermijden.
Standaardmotoren AH 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A
Soort balancering aan de DE-zijde
bedrijf geschikt bemeten zijn.
rotor.
boringsdiameter en de balanstoestand voor het optrekken. Reinig het asuiteinde
grondig.
het temperatuurverschil van de opwarming volgens de diameter van de koppeling, de
passing en de werkstof. Let op de gegevens van de fabrikant van de koppeling.
afdrijfelement in een trek ofwel via de schroefdraadopening aan de kopkant in de as op,
of door het element manueel op te schuiven.
Montage
5.4 Machine monteren
59