3.3.6
Omgevingsomstandigheden
Grenswaarden voor standaarduitvoering
Relatieve luchtvochtigheid bij omgevingstempera‐
tuur
Omgevingstemperatuur
Installatiehoogte
Lucht met normaal zuurstofgehalte, algemeen
In de standaarduitvoering is de machine niet geschikt voor gebruik in zouthoudende of
agressieve atmosferen of voor gebruik in de buitenlucht.
Grenswaarden voor speciale uitvoeringen
Bij afwijkende omgevingsvoorwaarden gelden de specificaties op het vermogensplaatje of in
de catalogus.
3.3.7
Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen
Machines kunnen van de volgende inbouwonderdelen zijn voorzien:
● In de statorwikkeling geïntegreerde temperatuursensor als temperatuurcontrole en als
beveiliging tegen oververhitting van de statorwikkeling.
● Stilstandverwarming bij machines waarvan de wikkelingen zijn blootgesteld aan
klimatologische omstandigheden met condensvorming.
Machines kunnen van de volgende aanbouwonderdelen zijn voorzien:
● Rem
● Draai-impulsgever
● Externe ventilatie
● Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers
● Teruglooprem
Opmerking
Overige documenten
Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht.
Bijkomende inrichtingen
Volgens de bestelling kunnen verschillende extra inrichtingen zoals bijv. temperatuursensoren
worden in- of aangebouwd, bijv. voor de controle van de lagers of voor de controle van de
wikkeling.
Standaardmotoren AH 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 12/2018, A5E45254877A
T
40 °C
amb
Omschrijving
3.3 Opbouw
max. 55 %
-20 °C tot +40 °C
≤ 1000 m
V / V )
21 % (
25