6 In bedrijf nemen
32
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
b. Bedienen van de testknop op de VEGATOR 636
In de frontplaat van de regelaar VEGATOR 636 of in de elektronica
van de VEGASWING 66 is een geïntegreerde testknop verzonken
aangebracht. Druk gedurende > 2 s op de testknop met een geschikt
object.
1. Bedienen van de testknop
Controleer, of alle drie schakeltoestanden in de juiste volgorde en
met de opgegeven duur optreden. Daarmee kunt u de correcte
werking van het meetsysteem controleren.
De testprocedure vindt u onder " Uitvoering - functietest".
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
2. Bedien de bedrijfsstandenschakelaar (min./max.)
Controleer, of de schakeltoestand wijzigt (controlelamp-scha-
keltoestand). Daarmee kunt u de correcte werking van het
meetsysteem controleren.
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
Uitvoering - functietest
Wanneer u daarvoor een regelaar van het type VEGATOR 636 ge-
bruikt, kunt u de test ook met de geïntegreerde testknop uitvoeren. De
testknop is in de frontplaat van de regelaar verzonken aangebracht.
Druk op de testknop gedurende > 2 seconden met een geschikt
object (schroevendraaier, ballpoint, enz.).
Wanneer de VEGASWING 66 op een meetversterkersysteem of een
SSPS is aangesloten, dan moet u daarvoor de verbindingskabel met
de sensor gedurende > 2 seconden onderbreken. De schakelvertra-
ging moet daarvoor op 0,5 s zijn ingesteld.
Na het loslaten van de testknop of onderbreking van de verbindings-
kabel naar de sensor kunt u het complete meetsysteem controleren
op correct functioneren. Gedurende de test worden de volgende
bedrijfstoestanden gesimuleerd:
•
Storingsmelding
•
Leegmelding
•
Volmelding
VEGASWING 66 • Tweedraads 8/16 mA